Na Floris. Holland onder Waalse en Beierse graven
Door Henk Looijesteijn
Hij woonde als jongen aan het hof van graaf Floris V, maakte de ontvoering van de graaf mee en wist ternauwernood te ontsnappen. Een paar jaar later slachtte hij genadeloos opstandige Zeeuwen af. Op 11 juli 1302 kwam er aan zijn loopbaan al een einde, toen hij, ongeveer 24 jaar oud, tezamen met een groot deel van de Franse ridderadel bij Kortrijk in de pan werd gehakt door de Vlamingen. Houwdegen Jan ‘zonder Genade’ van Avesnes volgde zodoende nooit zijn vader op als graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland.
Het is een van de vele, dikwijls tamelijk onbekende, opmerkelijke levens die aan de orde komen in Hoogtij van Holland, het vierde boek van historicus en heraldicus Henk ’t Jong. Het is net als zijn in 2018 verschenen Dageraad van Holland. De geschiedenis van het graafschap 1100-1300 een publieksboek waarin het verhaal van het gewest Holland en zijn graven wordt verteld. Waar Dageraad van Holland valt op te vatten als ‘Holland voor en tijdens Floris’, gaat Hoogtij van Holland over het 14de-eeuwse gewest, over de graven die regeerden na de enige graaf die het grote publiek wellicht nog kent: Floris V.
‘Vergeten’ graven
Tussen 1299 en 1404 werd Holland geregeerd door vijf mannen en één vrouw. Vier van hen stamden uit het Waalse geslacht Avesnes dat ook over Henegouwen heerste; twee kwamen van nog verder weg, Beierse prinsen die via hun moeder aan de Noordzee verzeild raakten. Hun ‘vreemde’ afkomst is wellicht een van de redenen waarom deze graven tamelijk onbekend zijn, maar in de 14de eeuw werd in Holland, onder andere door langdurige tijden van vrede tijdens graaf Willem III en graaf Albrecht, al wel de grondslag gelegd van de latere economische bloei en invloed van het gewest.
Na een uitgebreide inleiding waarin onder andere wordt uitgelegd waar de ‘buitenlandse’ graven vandaan kwamen en wat voor gebieden Henegouwen en Beieren in die tijd waren, behandelt ’t Jong elke grafelijke regering chronologisch. Het hoofdstuk over graaf Jan II is een epos over acht jaar strijd en steeds wisselende krijgskansen, waarin de Henegouwer de erfenis van zijn vermoorde neef Floris wist veilig te stellen tegen Vlaamse invallen, Utrechtse bisschoppen en opstandige Hollanders en Zeeuwen. Stof voor een epische roman met de nog piepjonge Willem III die zich kranig weerde in de noordelijke graafschappen, terwijl zijn vader in Henegouwen zat. Nadat hij op zijn achttiende graaf werd, bestuurde Willem zijn graafschappen zo uitmuntend dat de bevolking hem later herinnerde als ‘Willem de Goede’.
Het hoofdstuk over Willems zoon en opvolger Willem IV heeft weer een heel andere toonzetting. Deze rusteloze en vechtlustige jonge vorst was er vaker niet dan wel, regelmatig op ‘Pruisentocht’ (mooi uitgelegd door ’t Jong) en altijd op zoek naar geld wat hij over de balk smeet. Zowel Amsterdam als Rotterdam kregen tegen betaling stadsrecht van de graaf. Zijn rampzalige tocht naar Friesland stortte het graafschap in nieuwe onzekerheid. Hij werd opgevolgd door zijn zuster de keizerin, maar zij moest al gauw wijken voor haar Beierse zoon Willem V, die echter geestesziek werd. Willems jongere broer Albrecht moest er aan te pas komen om als regent op te treden. De Beierse vorsten hadden daarna heel wat te stellen met de partijstrijd tussen Hoeken en Kabeljauwen.
Een rijk boek
Deze impressie doet geen recht aan de zeer rijke inhoud van dit boek. Over elk van deze graven valt een apart boek te schrijven, stelt ’t Jong vast, en hij heeft zich dan ook moeten beperken. Toch voegt hij veel verhelderende bijzonderheden toe, zoals beschouwingen over portretten, watersnoden, oorlogvoering, de pest en levensbeschrijvingen van opmerkelijke bijfiguren. Bijvoorbeeld over bisschop Jacob van Zuden (c. 1270-1331), een grafelijke geldschieter die nooit in zijn Griekse bisdom kwam, en graaf Jan van Blois (c. 1342-1381) die in Holland vele bezittingen had, een Frans graafschap erfde en ook nog hertog van Gelre poogde te worden. Het boek is rijk voorzien van afbeeldingen, kaarten en stambomen. ’t Jong erkent dat de vele namen en jaartallen de lezer wel eens zullen doen duizelen, maar stelt terecht vast dat een publieksboek over de middeleeuwen nu eenmaal niet zonder kan.
Hoogtij van Holland is een vol boek, maar het was dan ook een volle, ‘waanzinnige’ eeuw waarin het kustgraafschap het toneel vormde voor ten minste twee vorsten van Europees formaat. Willem III en Albrecht voerden een luisterrijk hof en waren schoonvaders van koningen en keizers. Holland bloeide op tijdens hun regeringen en Den Haag beleefde een eerste hoogtij als hofstad. Willem III en Albrecht behoren met Willem II en Floris V tot de grootste graven van Holland en dit boek is onontbeerlijk voor de student of de liefhebber die zich wil verdiepen in de wederwaardigheden van deze ‘vergeten’ graven.
Henk ‘t Jong, Hoogtij van Holland. Het graafschap in de veertiende eeuw, Utrecht: Uitgeverij Omniboek, 2022, 416 p., ISBN 9789401918534, prijs €27,50.