De Bloedberg in de Monsterse duinen

Frank de Hoog

Afb. 1 Gezicht op de Bloedberg in Monster. Foto: auteur, 2020.

Een van de voordelen van wonen aan zee is het fietsen door het Nederlandse duinlandschap. Op weg naar Kijkduin kan je tegenwoordig kiezen tussen het ‘nieuwe fietspad’  dicht bij de zee met prachtig uitzicht op de Zandmotor en het ‘oude fietspad’ langs duingebied Solleveld waar twee przwalskipaarden onafscheidelijk van elkaar sinds jaar en dag grazen. Wie voor de laatste optie kiest, zal ter hoogte van strandafslag Schelpenpad vast de elf meter hoge uitkijkpost opmerken. Deze ‘Bloedberg’ prikkelt van kinds af aan mijn fantasie. Toch heb ik de nooit de moeite genomen om de geschiedenis van dit Monsterse icoon te beklimmen.

Dat de berg het resultaat is van een werkverschaffingsproject wist ik, maar dat dit onderdeel was van een heus ‘Monstersch bos in wording’ was me onbekend. In de jaren dertig raakt de economische crisis de Zuid-Hollandse plek eveneens. Ruim tachtig inwoners hebben geen werk. De Monsterse burgervader G.W. Kampschoër (r. 1922-1944) maakt zich zorgen en bedenkt een plan om een natuurgebied aan te leggen op het 55 hectare kale duingebied tussen het dorp Ter Heijde en het Schelpenpad. Enerzijds creëert hij hiermee werk en anderzijds verfraait hij hiermee zijn gemeente met wat een ware attractie moet worden. De Provinciale Staten en de Rijkscommissie van Advies voor de Werkverschaffing en Werkverruiming in Zuid-Holland zien hier heil in en geven subsidie voor dit plan.

Afb. 2 Het spiraalpad voor het beklimmen van de bloedberg. Foto: auteur, 2020.

Op 9 mei 1938 start de aanleg van dit ‘duinbos’. Volgens de aankooplijsten worden in het eerste jaar meer dan 200.000 jonge bomen en struiken geplant, waaronder 66.000 Oostenrijkse dennen, 19.000 Corsicaanse dennen, 29.000 eiken, 29.000 esdoorns, 11.000 lijsterbes- en 11.000 vlierstruiken. Een jaar later betreft het nog eens 66.000 struiken en bomen van wel veertig verschillende soorten. Onder leiding van de Nederlandsche Heidemaatschappij kunnen tientallen werklozen hier in Monster aan de slag.

Maar op de ontwerptekening die de gemeente in 1938 laat maken, is te zien dat de plannen veel verder reiken. In het natuurgebied moet ook een vijver, een hertenkamp en een uitkijkpost gerealiseerd worden. Hoewel burgemeester Kampschoër zelfs al herten heeft besteld bij Artis en de Haagse dierentuin, blijkt het terrein onvoldoende omheind te zijn voor een hertenkamp. Ook de geplande vijver komt er niet. Het Hoogheemraadschap, die eigenaar van de grond is, vreest voor de waterkwaliteit als toeristen hierin gaan pootjebaden. De realisatie van een uitkijkpost is wel gelukt. Een paar maanden lang versjouwen vijftien werkloze mannen hiervoor meer dan 5.000 kubieke meter zand uit de omgeving. Kruiwagen voor kruiwagen krijgt de uitkijkpost zo vorm. Naar een oud Monsters gezegde hebben zij ‘zich etter en bloed gezweten’, vandaar de naam ‘Bloedberg’.

Afb. 3 De Bloedberg van bovenaf. Bron: Google Maps.

Na voltooiing in juni 1939 blijft het gebied op advies van het Hoogheemraadschap een jaar dicht om de jonge planten niet direct te laten vertrappen. Vanaf april 1940 kan ieder op vertoon van een wandelkaart (kosten: 50 cent per jaar) het bos bezoeken. Lang hebben de dagjesmensen hier niet van kunnen gebieden, want na de Duitse inval is het gebied gebruikt als oefenterrein voor de Duitse Wehrmacht. Al tijdens de oorlog is geprobeerd om met de inzet van enkele werklozen het duinbos te herstellen, maar deze inspanningen blijken tevergeefs. Tegenwoordig vormt de elf meter (of wat daar nog van over is) hoge uitkijkpost de belangrijkste herinnering aan het Monsterse duinbos.

Afb. 4 Uitkijkpost boven op de Bloedberg. Foto: auteur, 2020.

Literatuur: