Elk jaar is de redactie van Holland Historisch Tijdschrift blij verrast door de hoeveelheid inzendingen van scripties van studenten die meedingen naar de felbegeerde Holland Scriptieprijs. Dit jaar werden maar liefst 21 scripties ingezonden. De kwaliteit van de bachelor én masterscripties was ook nu weer zeer hoog. Na lang beraad kon de jury uiteindelijk één scriptie als beste beoordelen. Deze scriptie, met de titel ‘Een poort naar de dood en verblijfplaats van ‘ongelukkigen’? Een onderzoek naar de patiënten en sterfte in het Amsterdamse Binnengasthuis in de tweede helft van de negentiende eeuw’ werd geschreven aan de Radboud Universiteit te Nijmegen door Nadeche Diepgrond. Lees hier het volledige juryrapport.

In het open nummer van Holland wordt een breed scala aan onderwerpen belicht. Zo schrijft de winnaar van de Scriptieprijs van 2020 over de verwikkeling tussen mens en rundvee in de vroegmoderne Beemsterpolder en is er in het tweede artikel aandacht voor onderwijzersexamens in de Bataafse Tijd. In het derde artikel gaat de auteur naar aanleiding van een foto uit een familiearchief dieper in op de rol van het Provinciaal Bestuur van Noord Holland tijdens de Duitse bezetting.  Het Holland Bloc voert via Slot Loevestein, het Verzetsmuseum in Amsterdam en Dordrecht naar een Westfriese Uithoek. Al met al is het een zeer divers nummer geworden!

Lees meer »

Het maritieme verleden kan in Nederland steevast rekenen op een grote belangstelling, maar het onderzoek naar de visserij lijkt de laatste jaren juist aan populariteit te hebben ingeboet. Hoog tijd om van koers te veranderen, vindt Holland. In een nieuw themanummer en symposium wil Holland laten zien dat het visserijverleden nog altijd een schat aan verhalen biedt en op nieuwe manieren kan worden belicht en onderzocht.

Daarvoor slaat de redactie de handen opnieuw ineen met Museum Vlaardingen. Het museum beheert nog altijd de collectie van het voormalig Nationaal Visserijmuseum, maar is van mening dat deze een betere plek verdient. Om te bepalen om welke objecten dit gaat en tevens de beheersbaarheid en bruikbaarheid van de collectie van het museum te vergroten, start het museum met een ‘herwaarderingstraject’ van de collectie.

Op vrijdagmiddag 1 oktober organiseren Holland en Museum Vlaardingen een symposium over het Hollandse visserijverleden. Een viertal sprekers presenteert nieuw onderzoek in relatie tot de visserij, onder andere over het herwaarderingsproject van het museum en over een familie van binnenvaartvissers.

Het symposium zal voor een beperkt aantal bezoekers worden open gesteld, maar kan in elk geval online live worden bekeken via de Facebookpagina van Holland (www.facebook.com/tijdschriftholland).

Programma:

15:15 uur(Digitale) inloop
15:30 uurWelkomstwoord door Léanne Selles (Directeur Museum Vlaardingen) en Ad van der Zee (Voorzitter Stichting Holland Historisch Tijdschrift)
15:40 uur  Henk den Heijer (Em. Hoogleraar Maritieme Geschiedenis) over negentiende-eeuwse scheepsrampen en de gevolgen daarvan voor de lokale gemeenschap
15:55 uurSjors Stuurman (Student Maritieme Geschiedenis) over de positie van vissersvrouwen op Scheveningen in de negentiende en twintigste eeuw
16:10 uur  Arjan Nobel (Universitair Docent Nederlandse Geschiedenis UvA) over het vastleggen van het visserijverleden aan de hand van familiegeschiedenis
16:25 uurFrank de Hoog (Conservator Museum Vlaardingen) over het herwaarderingstraject van Museum Vlaardingen, het voormalig Nationaal Visserijmuseum
Ca. 16:45 Sluiting

Nieuws zonder beeld is in de huidige tijd zo goed als onvoorstelbaar. Kranten bevatten altijd foto’s en spotprenten en op social media is het beeld eveneens niet weg te denken. Veel mensen lezen het nieuws niet meer, maar ervaren nieuws alleen nog in beeld en geluid. Hoe anders was dit in de vroegmoderne periode. In Het nieuws verbeeld bestudeert Joop Koopmans voor het eerst de productie van titelprenten – de afbeelding op de voorkant van ieder deel van de mercurius – over een langere periode en zelfs in dezelfde publicatie: de Europische Mercurius. Koopmans wil laten zien dat de titelprenten van nieuwsperiodieken niet slechts dienden ter versiering, maar zelf ook een weergave en interpretatie van het nieuws van dat jaar waren. Is Koopmans hierin geslaagd? U leest het hier in de recensie van Esther Baakman.

Esther Baakman, Radboud Universiteit

Nieuws zonder beeld is in de huidige tijd zo goed als onvoorstelbaar. Kranten bevatten altijd foto’s en spotprenten en op social media is het beeld eveneens niet weg te denken. Veel mensen lezen het nieuws niet meer, maar ervaren nieuws alleen nog in beeld en geluid. Hoe anders was dit in de vroegmoderne periode. Om te weten wat er in de wereld aan de hand was, waren mensen grotendeels afhankelijk van gesproken, geschreven of gedrukt nieuws. Het is dan ook niet verrassend dat in de historiografie over vroegmodern nieuws de nadruk ligt op tekstueel nieuws. In Het nieuws verbeeld bestudeert Joop Koopmans voor het eerst de productie van titelprenten – de afbeelding op de voorkant van ieder deel van de mercurius – over een langere periode en zelfs in dezelfde publicatie: de Europische Mercurius. Koopmans wil laten zien dat de titelprenten van nieuwsperiodieken niet slechts dienden ter versiering, maar zelf ook een weergave en interpretatie van het nieuws van dat jaar waren. Dit was niet helemaal uitzonderlijk, want naast kranten en pamfletten werden in de 17de-eeuwse Republiek regelmatig nieuwsprenten en nieuwskaarten gedrukt. Deze publicaties verschenen echter incidenteel. Bovendien maakt Koopmans’ boek duidelijk dat het beeldende element van de titelprenten structureler was dan gedacht.

Opkomst van de mercurius

In de eerste twee hoofdstukken van het boek brengt Koopmans zijn formidabele kennis van nieuwsperiodieken bij elkaar. Hij neemt de lezer mee in de – bijna encyclopedisch uitgewerkte – ontwikkeling van de nieuwsperiodiek als genre en werkt vervolgens gedetailleerd uit hoe de Europische Mercurius zich in de loop van 18de eeuw ontwikkelde. Daarbij is bijzondere aandacht voor de verschillende redacteurs, maar ook – en belangrijk – voor degenen die verantwoordelijk waren voor het vervaardigen van de titelprenten. Hoewel een groot deel van de prenten anoniem gepubliceerd werd, heeft Koopmans de meeste toch aan een aantal vervaardigers weten toe te schrijven door vergelijking van stijl en thematiek. Aan de hand van ontwerptekeningen en de uiteindelijke gravures weet de auteur bovendien aannemelijk te maken dat er zelfs sprake kon zijn van samenwerking tussen verschillende makers. Hij legt niet alleen contacten tussen prentenmakers bloot, maar laat ook de weinig belichte interactie tussen de uitgevers en kunstenaars zien. Een samenwerking die niet altijd van een leien dakje ging.

De uitdaging van beeldend nieuws

De tweede helft van het boek staat in het teken van het eigenlijke onderwerp: het verbeelden van nieuws in de late 17de en 18de eeuw, waarbij prentmakers voor de uitdaging werden gesteld om de belangrijkste gebeurtenis(sen) in een prent samen te vatten. Voorafgaand aan de analyse van de afzonderlijke titelprenten zet Koopmans de grote lijnen uit van de beeldtaal en de belangrijkste terugkerende thema’s in de prenten. Het verbeelden van nieuws was, zo blijkt, nogal een complexe taak waarin allegorie, mythologie en heraldiek belangrijke instrumenten waren. Het opvoeren van Mars drukte bijvoorbeeld oorlog uit, terwijl Faam – afhankelijk van de lengte van haar trompet – goed of slecht nieuws bracht. Om geografische helderheid te brengen, gebruikten de prentenmakers stadsgezichten, maar ook allegorische representaties van landen, zoals de leeuw voor de Republiek of de fleur-de-lis voor Frankrijk. Deze veelvormige en wat ingewikkelde beeldtaal was zelfs voor het, vermoedelijk belezen, lezerspubliek van de Europische Mercurius niet eenvoudig te plaatsen. Daarom verscheen er regelmatig een uitleg op rijm bij. In termen van thematiek weken de titelprenten weinig af van de trends in vroegmodern nieuws: de focus lag op oorlogsnieuws en dynastieke perikelen met een uitdrukkelijke focus op Europa – zoals de titel van de mercurius al doet vermoeden. Deze analyse vormt de eigenlijke kern van het boek en ligt ten grondslag aan de gedetailleerde bespreking van de afzonderlijke titelprenten waarin de beeldtaal door de auteur wordt gekoppeld aan het nieuws van het betreffende jaar, of althans de gebeurtenissen waar de Europische Mercurius zijn aandacht op richtte.

Door deze bespreking per prent, gegroepeerd per (veronderstelde) maker, leest het tweede deel haast als een anthologie. Enerzijds biedt dit de lezer een prachtig overzicht van het beschikbare materiaal en krijgt het een heldere interpretatie aangereikt, anderzijds is het aan de lezer om eventuele ontwikkelingen of verschillen in stijl tussen de verschillende makers te ontdekken en de samenhang te zien. Door deze benadering is Het nieuws in beeld toch meer een naslagwerk geworden, gebaseerd op een stevige en mooie bronnenbasis. Ondanks de beperkingen van de gekozen vorm, laat Koopmans prachtig zien dat de titelprenten van de mercuren, die vaak als ornamenteel zijn beschouwd, een consequente (en transnationale) beeldtaal gebruiken om de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar samen te pakken. Zo herinnert dit boek nieuwshistorici er maar weer eens aan dat vroegmodern nieuws niet alleen tekstueel maar ook beeldend was.

Joop Koopmans, Het nieuws verbeeld. Oorlog en vrede in de titelprenten van de Europische Mercurius (1690-1750), Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2021, 344 p., gebonden, 9789087049386, €35,-.

Opgegroeid in Noordwijk wordt Michel van Dam sinds zijn jeugd geïntrigeerd door de Nederlands Hervormde Kerk van Noordwijk aan Zee. Over dit van oorsprong 17de-eeuwse gebouw is in de literatuur weinig geschreven. En wat er is, is al ernstig verouderd. Voor de auteurs was de tijd rijp voor een nieuwe studie. Maar is Van Dam hierin geslaagd? Zelfstandig onderzoeker Mathieu Fannee zocht het uit en pakte deze monografie over deze bijzondere kerk van Noordwijk ter hand. Zijn recensie leest u hier.

Al sinds 1989 wordt Holland Historisch Tijdschrift geproduceerd in samenwerking met Uitgeverij Verloren in Hilversum. Verloren verzorgde niet alleen de opmaak, druk en distributie van ons geliefde tijdschrift, maar voerde vanaf 2007 namens ons ook de administratie. U ontving uw betaalverzoek (en eventuele herinneringen) daarom van Verloren. Dit jaar hebben Verloren en Holland in goed overleg besloten om de samenwerking te beëindigen en elk onze eigen weg te vervolgen. Onze dank gaat uit naar alle medewerkers van Uitgeverij Verloren voor de goede zorgen van de afgelopen jaren.

Wij zijn blij dat we in Drukkerij Verloop uit Alblasserdam een nieuwe partner hebben gevonden voor de productie van Holland. Ons blad zal met ingang van dit nummer vanuit Alblasserdam worden verzonden. Daar merkt u als donateur/ontvanger verder niets van. Maar wat verandert er voor u?

Lees meer »

Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Datum: 19 november 2021
Locatie: Dordrechts Museum

Met het tweede nummer van Holland stond de redactie stil bij de Sint-Elisabethsvloed plaats. Zeshonderd jaar geleden brak in de nacht van 18 op 19 november 1421 een dijk in de omgeving van Dordrecht. Al snel na de overstroming deden verhalen de ronde over 100.000 verdronkenen en 72 dorpen die voorgoed in de golven waren verdwenen.

Lees meer »

Over de productie van papier is veel geschreven. De geschiedenis van het boek is grondig in kaart gebracht. De rol van Amsterdam in de handelsgeschiedenis van de vroegmoderne tijd is uitgebreid onderzocht. Daniel Bellingradt, hoogleraar in de boekwetenschap aan de universiteit van Erlangen-Neurenberg, heeft in Vervlechting van de papiermarkt over al deze bekende onderwerpen het nodige te zeggen, maar hij brengt ook iets nieuws. Wat dat is, leest u in de recensie van Karel Davids over het nieuwe werk van Daniel Bellingradt.

Toen Henk ’t Jong werd gevraagd om een bijdrage te leveren aan de reeks Tastbaar Verleden van de flink aan de weg timmerende uitgeverij Omniboek, schreef hij dan ook niet alleen over dat tastbare overblijfsel: de Alkmaarse tombe van Floris, waar zijn ingewanden zouden zijn begraven. Hij nam de gelegenheid te baat om ook een nieuwe overzicht te maken van het leven en de regering van de graaf. En is ‘t Jong hierin geslaagd? Henk Looijesteijn zocht het uit voor deze nieuwe recensie over De tombe van Floris V. Het tragische einde van de graaf van Holland.