De kerk staat naast den wegh. De historie van de Nederlands Hervormde Kerk in Noordwijk aan Zee
Mathieu Fannee, zelfstandig onderzoeker
Een bijzondere kerk in beeld

In 2020 verscheen van de hand van bouwhistoricus Michel van Dam het boek “De kerk staat naast den wegh”, gewijd aan de Nederlandse Hervormde kerk van Noordwijk aan Zee. In een voorwoord plaatst de auteur het 17de-eeuwse gebouw direct in zijn historische context, bakent zijn onderzoek af, en vertelt over zijn motivatie: opgegroeid in Noordwijk wordt de auteur sinds zijn jeugd door het gebouw geïntrigeerd. Daar komt bij dat de literatuur daarover schaars en inmiddels ook verouderd is, zodat de tijd rijp is voor een nieuwe studie. Deze heeft nu de vorm gekregen van een monografie, voorzien van een rijk notenapparaat, en met een heldere opbouw.
In de daaropvolgende inleiding geeft Van Dam een kort overzicht van de belangrijkste literatuur over de kerk. Naast de klassiek geworden Jan Kloos – auteur van het standaardwerk Noordwijk in den loop der eeuwen – publiceerde recenter ook Huig van der Niet een dun boekje over de kerk. Laatstgenoemde schreef Kloos niet zomaar over, maar vulde zijn onderzoek aan met de kerkrekeningen. Waren deze door Van der Niet slechts aangestipt, Van Dam bestudeerde deze nu grondig en vond daarin een goudmijn aan informatie.
Bedoelde kerkrekeningen zijn het onderwerp van het volgende hoofdstuk. Het beeld dat daaruit komt, is dat van een gebouw dat in voortdurende staat van reparatie was. De auteur beperkt zich in zijn observaties niet tot de kerk. Lezend in de rekeningen ontwaart hij namelijk de hele Noordwijkse bouwwereld uit de 17de en 18de eeuw. Boeiend is te constateren hoe een ander aspect van Noordwijk – de visserij en bijbehorende scheepsbouw – hier nieuwe betekenis kreeg. De teerolie van de scheepsbouwers werd – net als de sterke en daardoor zo betrouwbare touwen van de vissers – bij de bouwwerkzaamheden dankbaar gebruikt. En de scheepsbouwer werd timmerman. Hieruit blijkt dat dorpsbewoners destijds van alle markten thuis waren. Zoals Van Dam terecht opmerkt, was van een strikte afbakening tussen beroepen in een dorpscontext immers geen sprake, in tegenstelling tot wat in de steden het geval was.
In de twee volgende hoofdstukken neemt Van Dam tijdelijk afstand van het gebouw. Het ontstaan van het bouwwerk wordt nu beschouwd vanuit de oudere geschiedenis van het dorp, vóórdat de kerk werd opgetrokken. Onvermijdelijk komt men daarbij een middeleeuwse voorganger tegen. Deze werd in 1570 bij een zware storm aangetast, waarna in 1593 al gedeeltelijke sloop volgde. Het siert de auteur dat hij deze middeleeuwse episode – hoewel slechts kort behandeld – zeker niet afraffelt. De exacte locatie van de verdwenen kerk wordt helder aangegeven, en op zoek naar een betrouwbare afbeelding van deze voorganger, worden historische prenten kritisch bestudeerd en vergeleken.
Na dit intermezzo pakt de auteur in de volgende hoofdstukken de draad weer op. Het bestudeerde kerkgebouw is een protestants godshuis, zodat een overzicht over de Reformatie, toegespitst op Noordwijk, hier niet mag ontbreken. Van Dam weet dat levendig neer te zetten. Het merendeel van de dorpsbevolking keerde binnen enkele tientallen jaren het katholicisme de rug toe. Wat sommige inwoners toch niet verhinderden om de oude leer trouw te blijven. De rondreizende priesters die voor hen in de schuilkerken de mis lazen, verschuilden zich onderweg naar Noordwijk achter boerenkledij of – hoe kon het anders – gingen verkleed als vissers!
Anno 1636 kerkten de 200 leden van de protestantse gemeente van Noordwijk aan Zee nog altijd in het bouwvallige restant van de middeleeuwse kerk. Dat voldeed niet meer. Na aankoop van een erfje direct naast het oude bouwwerk kon dit worden gesloopt. Toen begon de bouw van de huidige kerk en bijbehorende pastorie. De naam van de bouwmeester kon niet achterhaald worden. De kerkrekeningen uit de eerste jaren, die zijn naam ongetwijfeld konden prijsgeven, zijn – zo verzucht de auteur – namelijk nog altijd spoorloos. Wel ziet Van Dam een opvallende architectonische verwantschap tussen de Noordwijkse kerk en die van andere plaatsen, waar architect Pieter Post (1608-1669) bij betrokken was.
Zoals te verwachten valt, zoomen de volgende hoofdstukken in op allerlei aspecten van de nieuw opgetrokken kerk. Uiteraard bouwhistorische aspecten, zoals de houtconstructies, waarbij de grootformaat foto’s van de – bijna geheimzinnig verlichte – kapconstructie, het geheel zeer sfeervol en spannend maken om naar te kijken. Net als bij de kerkrekeningen maken we hier op bijna intieme manier kennis met de bouwwereld van vroegere eeuwen, doordat de merken die de timmerlieden op de balken hebben achtergelaten in beeld worden gebracht. Van Dam probeerde via de kerkrekeningen de namen van de personen achter deze graffito’s te achterhalen, wat door het ontbreken van allerlei rekeningen niet altijd lukte. Daar hield het onderzoek niet op, want ook over de orgels, de psalmbordjes, de zitplaatsen, de preekstoel, en zelfs het uurwerk en de klokken maakt de auteur een degelijk en gedetailleerd verslag.
Naast een heldere en vloeiende schrijfstijl onderscheidt dit boek zich door een verbluffend groot aantal prachtige én nuttige afbeeldingen, zoals prenten, schilderijen en bouwtekeningen uiteraard, maar ook zelfgetekende infographics, die veel licht werpen op de gebezigde vaktermen, en meer. Het geheel ademt zeer veel toewijding en liefde voor het onderwerp. Als het kerkgebouwtje aan de Hoofdstraat niet ‘indrukwekkend’ en ook ‘geen meesterwerk’ was, zoals Van Dam in zijn voorwoord citeerde, dan is zijn boek dat daarentegen wel.
Michel van Dam, De kerk staat naast den wegh. De historie van de Nederlands Hervormde Kerk in Noordwijk aan Zee. Noordwijk: Stichting Geschiedschrijving Noordwijk / Bouwhistorie in Nederland, 2020, 148 p., ISBN: 9789090328287. Prijs: €22,50,-.