‘Onder garantie van levende aankomst’

In 1875 koopt de puissant rijke Groningse fabrikant Willem Albert Scholten enkele vogels van de Rotterdamse vogelhandelaar en ‘naturalist’ Hendrik Sutherland. Zijn vrolijke, drukke briefhoofd valt op tussen de ingekomen post van Scholten, waar ik me al een paar maanden doorheen probeer te worstelen. Sutherland verkoopt ‘In- en Uitlandsche’ vogelen, maar op zijn briefpapier prijken ook een hondje en een aapachtig dier.

Afb. 1 Briefhoofd van Hendrik Sutherland . Collectie Groninger Archieven. Foto door auteur

Scholten nam bij Sutherland verschillende soorten ‘perkieten’, kardinalen en kaketoes af die helaas niet allemaal een lang leven gegund waren. Er gingen verschillende brieven heen en weer tussen Groningen en Rotterdam waaruit blijkt dat sommige vogels snel na aankomst zijn overleden, waarop Sutherland belooft kosteloos nieuwe te sturen. Hij gaf sowieso de garantie dat vogels levend zouden aankomen, maar hanteerde kennelijk ook nog een garantieperiode daarna. In een van zijn brieven merkt hij relativerend op dat ‘als ik een doode vogel heb denk ik beter de vogel dan ik’.

Afb. 2 Advertentie van Hendrik Sutherland uit Het nieuws van den dag, 24 januari 1887.

Uit een advertentie van Sutherland uit 1887 blijkt dat de kardinalen 7 gulden per stuk kostten, valkparkieten 9 gulden en grasparkieten 6 gulden 50.[1] Omgerekend naar nu zijn dat bedragen van rond de 80 euro per vogel – een flink luxeproduct dus. Papegaaien waren zelfs 15 gulden! Sutherland had zijn zaak aan de Visschersdijk 45. In 1890 overleed hij op slechts 44-jarige leeftijd, maar zijn weduwe zette de zaak voort aan de Eendrachtsstraat.[2] Beide panden staan er niet meer: ze lagen binnen de brandgrens van het bombardement op Rotterdam in 1940. 


[1] Het nieuws van den dag, 24-01-1887, p.3.

[2] Rotterdamsch Nieuwsblad, 24-11-1890, p.8; Rotterdamsch Nieuwsblad, 25-05-1891, p.7.