De Leidse hofjes

Roosje Peeters

Wie weleens een rondje door Leiden loopt, ziet met een oplettend oog her en der zware houten deuren en toegangspoorten, verdekt opgesteld tussen de normale huizen in een straat. Misschien heb je zelf ook weleens zo’n poort, die vaak is versierd met een opschrift in krullerige letters, voorzichtig opengeduwd. Je staat dan in een hofje, op een binnenplaatsje omringd door een aantal kleine woningen. Plots is het rustig en is de drukte van het stadscentrum ver weg. Het voelt vaak bijna alsof de toegangspoorten een doorgang naar een andere wereld vormen: na binnenkomst waan je je even in het verleden.

Afb. 1 Twee toegangspoorten van Leidse hofjes, de Sint Stevenshof (1487) (foto: Wikimedia) links en het Sint Anna Aalmoeshuis (1492) rechts (foto: Erfgoed Leiden en Omstreken)

Leiden telt vijfendertig hofjes, waarvan de meeste in het stadscentrum liggen. Dat is relatief veel: Amsterdam heeft er ter vergelijking zevenenveertig, Haarlem negentien, Gouda zeven en Delft vier. Buiten Holland komen ze veel minder voor en in het buitenland slechts zelden. Een uitzondering vormt Vlaanderen; daar kent men begijnhoven, hofjes waar begijnen (alleenstaande mannen en vrouwen) als onderdeel van een soms afgesloten religieuze lekengemeenschap woonden. Ook in Holland werden begijnhoven gebouwd, maar de meeste hofjes hier hadden een meer wereldlijke (doch nog steeds christelijke) insteek. De Hollandse hofjes werden gebouwd tussen de 13de en 19de eeuw. In Leiden zijn nog enkele hofjes met een middeleeuwse oorsprong te vinden: de Jeruzalemhof (gesticht in 1467), de Groot Sionshof (1480), het Sint Anna Aalmoesthuis (1492), de Sint Annahof (1503), de Sint Stevenshof (1487) en de Sint Janshof (1504). Deze hofjes werden gesticht door particulieren, meestal afkomstig uit de rijke burgerij en de lage adel, met het doel om armlastige mensen een onderkomen te bieden. De gulle gevers kregen in ruil daarvoor niet alleen een plek in de hemel, ook werd hun naam vaak verbonden aan het hofje en zo uit de vergetelheid ontrukt.

Afb 2 Uitzicht op de oorspronkelijke voorgevel van het Jeruzalemhofje, het oudste hofje van Leiden (inmiddels verbouwd). Ets door Jacob Timmermans, circa 1787. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken.

De oudste hofjes werden vaak gesticht op kleine stukjes braakliggende stadsgrond, waardoor de huisjes dicht op elkaar moesten staan en het geheel vaak geen symmetrische rechthoek rond een tuin kon vormen. De huisjes waren zeer eenvoudig en hadden meestal maar één kamer. Op het pleintje, de binnentuin, stonden dan een pomp en een of twee ‘privaten’ (toiletten). De toegang werd gevormd door een lange smalle poort tussen reeds bestaande huizen door. Over het algemeen werden er twaalf, dertien of veertien huisjes gebouwd, naar de twaalf apostelen en eventueel Jezus en Maria. Ook werd er veelal een kapel aangelegd bij het hofje. Van deze oorspronkelijke indeling is echter in de meeste gevallen weinig bewaard gebleven. Vaak kwamen de hofjes in de loop van de eeuwen in geldproblemen met het verval van de woningen als gevolg. Gelukkig zijn zij vaak ook weer gerestaureerd en verbouwd, maar daarbij is de authentieke aanblik van de hofjes geregeld verloren gegaan. Alle Leidse hofjes met een middeleeuwse oorsprong zijn een of meerdere keren verbouwd. Soms, zoals bij de Groot Sionshof, werd een hofje zelfs in zijn geheel verplaatst als dat beter uitkwam. Toch zijn er nog authentieke elementen te vinden. Zo is de kapel van het Sint Anna Aalmoeshuis, die verder bijna overal is verdwenen, nog in originele staat te bewonderen.

Afb 3 uitzicht op de kapel van het Sint Anna Aalmoeshuis, aangelegd circa 1492. Foto: M.M. Minderhoud

De vijfendertig nog bestaande hofjes in Leiden worden tegenwoordig allemaal nog bewoond. Loop je tijdens een wandeling door Leiden bij een hofje naar binnen, houd je dan aan de geldende huisregels en verstoor de rust van de bewoners niet. Maar: op één moment in het jaar worden geluid en druk bezoek omarmd in de hofjes. Elk jaar worden met Pinksteren de ‘Leidse Hofjes Concerten’ georganiseerd, waarbij wel negentien hofjes bezocht kunnen worden onder het genot van live muziekoptredens.