Recensie Peter Sigmond en Wouter Kloek, Hollands glorie

Peter Sigmond en Wouter Kloek, Hollands glorie. Zeeslagen in de Gouden Eeuw WBooks, Zwolle, 2014, 184 p., geïll., ISBN 978-94/6258/023/7 (Engelse editie ISBN 978-94-625-8029-9), prijs € 24,95 

door Ron Brand, conservator Maritiem Museum Rotterdam

In 2007 werd de vierhonderdste geboortedag van Michiel de Ruyter herdacht. Dit leverde tentoonstellingen, symposia en lezingen, een vlootschouw, uitgifte van postzegels en munten, en natuurlijk een flinke stapel boeken op. De meeste van die boeken bieden maar weinig nieuws, want sinds de biografie van De Ruyter door de Amsterdamse dominee Gerard Brandt uit 1687 verschenen nog maar weinig boeken waarvan de auteurs zich op andere bronnen baseerden dan degene die Brandt raadpleegde. In de hausse aan publicaties over Michiel de Ruyter verscheen destijds ook een publicatie, die iets verder van deze zeeheld afstaat: Zeeslagen en zeehelden in de Gouden Eeuw. In tien hoofdstukken behandelden maritiem historicus Peter Sigmond en kunsthistoricus Wouter Kloek de maritieme geschiedenis van Nederland vanaf de zeeslagen op het Haarlemmermeer en de Zuiderzee in 1573 tot aan de laatste grote zeeslag in de Derde Engelse Oorlog in 1673, de zeeslag bij Kijkduin.

Zeven jaar later is een nieuwe editie verschenen onder de titel Hollands glorie. Zeeslagen in de Gouden Eeuw. Er is een andere hoofdtitel gekozen en de ‘zeehelden’ zijn daaruit verdwenen. Het wordt gepresenteerd als een ‘geheel herziene uitgave’, maar dat is niet terecht, want de indeling en inhoud van het boek is praktisch gelijk aan de uitgave uit 2007. En ook hier passeren alle belangrijke Hollandse zeehelden de revue: Jacob van Heemskerck, Piet Hein, Maerten en Cornelis Tromp, en Michiel de Ruyter. De belangrijkste verschillen zitten in de vormgeving van het boek. De recent verschenen uitgave bevat prachtige kleurenillustraties en heeft een harde kaft. De redelijk uitgebreide literatuurlijst bevat ook recent verschenen maritiem-historische en kunsthistorische titels en er is een handig register. Soms zijn er wat andere illustraties gebruikt, maar ook deze keer putten de auteurs hiervoor vooral uit de rijke collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.

Sigmond en Kloek vertellen in hun boek wat al die plaatjes van zeehelden en zeeslagen ons vertellen. Waarom werden ze gemaakt? Wat laten ze werkelijk zien en hoe kwamen ze tot stand?

Inhoudelijk is de opzet dus niet veel anders. In het eerste hoofdstuk ‘Van watergeuzen naar een zeemacht’ laten de auteurs zien dat de zestiende eeuw het voorspel was tot de grote daden van de Nederlanders op het water een eeuw later. Voorstellingen van zeeslagen uit de zestiende eeuw werden opmerkelijk genoeg pas in de zeventiende eeuw geschilderd, soms tientallen jaren later pas. Een voorstelling van de Spaanse Armada van 1588 werd in 1608 door Aert Anthonisz geschilderd, de slag op het Haarlemmermeer van 1573 door Hendrick Cornelisz Vroom in 1629 en de slag op de Zuiderzee, die ook in 1573 plaatsvond, door Abraham de Verwer in 1621. Het tweede hoofdstuk behandelt de afbeeldingen en voorwerpen die herinneren aan de zeeslag bij Gibraltar in 1607 waarbij admiraal Jacob van Heemskerck van de Amsterdamse admiraliteit om het leven kwam en daarmee de eerste echte Nederlandse zeeheld werd. Alle schilderijen ervan in de verzameling van het Rijksmuseum passeren de revue en ook het grote zeestuk uit 1622 door Cornelis Claesz van Wieringen en een voorstudie ervan in de collectie van Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Piet Hein en de Zilvervloot staan centraal in hoofdstuk drie. Piet Hein werd een zeeheld zonder dat hij ooit een zeeslag van formaat leverde. Hij stierf in een betrekkelijk onbetekenend gevecht tegen de Duinkerker kapers, maar door zijn aandeel in de verovering van de Zilvervloot in 1628 bereikte hij toch al de status van onsterfelijke held. Hoofdstuk vier ‘De marine, de mensen en de middelen’ laat zien waarom de Republiek zo goed kon draaien: handel en visvangst waren de kurken waarop de economie dreef en daarom was de zee zo belangrijk. De auteurs behandelen hier de vlootorganisatie, discipline, tactiek, wapens en schepen. Na dit intermezzo vervolgt het boek met hoofdstuk vijf over Maerten Tromp, de zeeslag bij Duins (1639) en de Eerste Engelse Oorlog (1652-54). Deze oorlog verliep slecht voor de Republiek al werd uiteindelijk een niet onredelijke vrede bereikt. Het meest interessant was het uitgangspunt, omdat er gevochten werd om een verschil van inzicht over de vrijheid op zee. In het zesde hoofdstuk komen Cornelis Tromp en de zeeslag bij Livorno (1653) aan de orde. Drie schilderijen van deze zeeslag laten elk een verschillend perspectief zien. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan Trompenburgh, het buiten van Cornelis Tromp in ’s-Graveland, dat hij tussen 1675 en 1684 opnieuw liet opbouwen. In de zomer bewoonde het gezin deze buitenplaats, die Tromp overigens na zijn verheffing in de Deense adelstand Syllisburg noemde. De Rijksgebouwendienst beheert deze ingrijpend gerenoveerde buitenplaats momenteel.

Deze nieuwe editie bevat prachtige kleurenillustraties en heeft een harde kaft. De redelijk uitgebreide literatuurlijst bevat ook recent verschenen maritiem-historische en kunsthistorische titels en er is een handig register. Soms zijn er wat andere illustraties gebruikt, maar ook deze keer putten de auteurs hiervoor vooral uit de rijke collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam

De kunstenaars en hun opdrachtgevers worden behandeld in hoofdstuk zeven. Het gaat dan vooral om de Haarlemmer Hendrick Cornelisz Vroom, de grondlegger van het zeestuk in de noordelijke Nederlanden aan het begin van de 17de eeuw, en de Leidenaren vader en zoon Willem van de Velde, die in Rampjaar 1672 naar Engeland uitweken en voor de Engelse koning Karel II gingen werken. Dat werd niet als verraad gezien, want de kunstenaars keerden met enige regelmaat terug in hun vaderland.

Michiel de Ruyter en de Tweede Engelse Oorlog (1665-67) komen aan bod in hoofdstuk acht. De slag bij Lowestoft in 1665 ging door strategisch en tactisch falen verloren, maar de Republiek behaalde eclatante successen bij de Vierdaagse zeeslag in 1666 en de Tocht naar Chatham een jaar later. Het negende hoofdstuk betreft wederom De Ruyter, maar nu tijdens de Derde Engelse Oorlog (1672-74). Had de vloot tijdens de deze oorlog geen stand gehouden, dan was het met de Republiek gedaan. Gelukkig waren de resultaten van de slagen bij Solebay (1672), Schooneveld (1673) en Kijkduin (1673) zodanig, dat de beoogde landing van een gecombineerde Frans-Engelse vloot voorkomen kon worden. Het boek sluit wat merkwaardig af met een verhaal over memorabilia, voorwerpen die bedoeld of onbedoeld een herinnering aan een persoon levend houden. Vooral de voorwerpen met betrekking tot De Ruyter krijgen hier aandacht.

Op de keerzijde van de titelpagina is een kaart van de Noordzee gevoegd. Daarop zijn de plaatsen afgebeeld, die in de tekst zijn besproken. Maar de plaatsen waar de zeeslagen bij Duins (Downs), Schooneveld en de Vierdaagse Zeeslag plaatsvonden, zijn niet aangegeven. Ook de Baai van Matanzas, die van Gibraltar of Livorno staan er niet op. Beter was geweest om een wereldkaart op te nemen met daarop alle locaties van de zeeslagen.

Hollands Glorie. Zeeslagen in de Gouden Eeuw is een boek voor de geïnteresseerden in de heldendaden op zee, maar ook voor diegenen die belangstelling hebben voor de virtuositeit van de kunstenaars die de zeehelden en zeeslagen in beeld brachten

Sigmond en Kloek vertellen in hun boek wat al die plaatjes van zeehelden en zeeslagen ons vertellen. Waarom werden ze gemaakt? Wat laten ze werkelijk zien en hoe kwamen ze tot stand? In de beantwoording van die vragen zijn ze redelijk geslaagd. Over het algemeen is het een heel behoorlijk boek, dat voor de insiders echter weinig nieuws biedt. Het boek lijkt daarom vooral bestemd te zijn voor het grote algemeen maritiem-geïnteresseerde publiek. Het is mooi dat er nu een tweede druk van het boek is verschenen, want kennelijk is er nog steeds vraag naar.

Bij het lezen van het boek rees mij regelmatig de vraag hoe al die schilderijen en andere voorwerpen in de collectie van het Rijksmuseum terecht zijn gekomen? Dat is interessant om te weten, want hadden zeehelden wellicht belang en invloed in de mate en manier waarop zij werden uitgebeeld en verheerlijkt? Was er dan misschien sprake van speciaal opgezette publiciteitscampagnes? Jammer genoeg wordt aan de beantwoording van die vraag geen aandacht besteed. Het boek is overigens prettig leesbaar en uitstekend en zorgvuldig vormgegeven en de kwaliteit van de vele illustraties is goed. Hollands Glorie. Zeeslagen in de Gouden Eeuw is een boek voor de geïnteresseerden in de heldendaden op zee, maar ook voor diegenen die belangstelling hebben voor de virtuositeit van de kunstenaars die de zeehelden en zeeslagen in beeld brachten.

Het signalement van dit boek is verschenen in Holland Historisch Tijdschrift (2014-4).

Verwijzing: Holland Historisch Tijdschrift, Ron Brand, 19 oktober 2014.