Recensie | Moederstad en vaderland

Cultuurhistorica Anna Rademakers poogt in haar onderzoek te beoordelen in welke mate er in Nederland tussen 1815 en 1839 een nationale identiteit binnen de kunstwereld ontstond. In haar onderzoek richt Rademakers zich voornamelijk op de ontwikkelingen in de twee handelssteden Amsterdam en Antwerpen en de hofsteden Brussel en Den Haag. Rademakers doorloopt per stad chronologisch verschillende aspecten van de kunstwereld, zoals de institutionele context, het museumwezen, de kunstmarkt, kunstverenigingen, en opvattingen van kunstenaars, verzamelaars of kunstcritici. Zo bestudeert ze hoe de steden verschillend omgingen met de veranderende politieke situaties en hoe deze van invloed waren op de opvattingen over de schilderkunst en de kunstwereld. Meer weten? Lees hier de recensie van Charlotte Vromans over het boek Moederstad en vaderland, Nationale identiteit en lokale trots in de schilderswereld van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1839)
