Recensie Marjolein van Dekken, Brouwen, branden & bedienen

Marjolein van Dekken, Brouwen, branden & bedienen. Productie en verkoop van drank door vrouwen in de noordelijke Nederlanden, circa 1500-1800 Aksant, Amsterdam, 2010, 292 p., geïll., ISBN 9789052603612, prijs €29,90

door Cora Laan

In de Noordelijke Nederlanden waren tussen 1500 en 1800 verhoudingsgewijs veel vrouwen werkzaam in de productie en verkoop van alcoholhoudende dranken. Systematisch onderzoek naar de positie en mogelijkheden van deze vrouwen had voor het verschijnen van de dissertatie van Marjolein van Dekken nooit plaats gevonden. Dit boek werpt daardoor een nieuw licht op de mogelijkheden van vrouwen in de vroegmoderne tijd.

De vier Hollandse steden Haarlem, Leiden, Rotterdam, Schiedam en het Brabantse plattelandsgebied De Meijerij vormen het onderzoeksgebied van het boek. De meeste kwantitatieve gegevens zijn afkomstig uit gildeledenlijsten, vergunningregisters en belastingkohieren. Bij het bestuderen van deze bronnen heeft Van Dekken zich ondermeer afgevraagd hoeveel vrouwen er in de genoemde periode werkzaam waren in de dranknijverheid, hoe hun arbeidsmogelijkheden zich binnen deze bedrijfstak ontwikkelden en welke factoren hierop van invloed waren.

Dekkens onderzoek geeft vooral een beeld van de arbeidsparticipatie van vrouwen en de factoren die daarop van invloed waren in de vroegmoderne tijd

Het boek is overzichtelijk ingedeeld. Het begint met een inleiding waarin de opzet van het onderzoek uiteengezet wordt en sluit af met een conclusie waarin de antwoorden op de vragen die in het boek gesteld zijn keurig beantwoord op een rijtje staan. In de tussenliggende hoofdstukken worden de onderwerpen brouwen, branden, bedienen behandeld, waarbij ook een uitstapje wordt gemaakt naar de organisatie van dit bedrijf in Engeland, Duitsland en de Zuidelijke Nederlanden. Prettige bijkomstigheid van deze opzet is de mogelijkheid om je specifiek te concentreren op een bepaald onderdeel van de dranknijverheid en in te zoomen op een bepaalde stad. Lezers die bijvoorbeeld alleen geïnteresseerd zijn in branders in Schiedam kunnen dankzij de uitgebreide inhoudsopgave meteen zien waar zij in het boek de informatie kunnen vinden die zij zoeken. Verder biedt het boek speciaal voor liefhebbers van de brouwnijverheid in Haarlem een bijlage waarin een overzicht gegeven wordt van ‘Brouwers in Haarlem, 1518-1663’.

Het onderzoek is echter meer dan een opsomming van feiten over de dranknijverheid. Het geeft vooral een beeld van de arbeidsparticipatie van vrouwen en de factoren die daarop van invloed waren in de vroegmoderne tijd. Het proefschrift staat dan ook niet alleen, maar maakt deel uit van het onderzoeksproject naar Vrouwenarbeid in de vroegmoderne tijd van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Doel van het onderzoek is vast te stellen of vrouwen inderdaad prominent aanwezig waren in de productie en handel van alcoholhoudende dranken en de uitkomst hiervan te verklaren. De analyse van de bronnen is hier dan ook op gericht. Zo heeft Van Diepen ontdekt dat het aandeel vrouwen in de drankindustrie fluctueerde tussen 1500 en 1800, maar dat het gemiddeld genomen 10 tot 15 procent uitmaakte. In perioden van  economische stagnatie nam het cijfer toe doordat brouwersweduwen het bedrijf van hun echtgenoten voortzetten, terwijl er geen nieuwe brouwerijen bij kwamen. Weduwen van brouwers werden bovendien niet tegengewerkt bij de voorzetting van het bedrijf. Ze mochten bijvoorbeeld lid worden van het gilde. Vrouwen werden weliswaar niet toegelaten tot het bestuur van het gilde, maar hadden wel bijna dezelfde rechten als mannen.

Brouwen, branden en bedienen is voor zowel de liefhebber van ‘drinkcultuur’ als van sociale en vrouwengeschiedenis een aanrader

Een belangrijke conclusie in het onderzoek is dat de toegang van vrouwen tot de markt niet zozeer beperkt werd door het beleid van de gilden, maar veel meer door de beschikbaarheid van kapitaal. Dit in tegenstelling tot het buitenland waar vrouwen juist tegengewerkt werden door de gilderegels. Met name in Engeland waren in de vroegmoderne tijd beroepen in de dranknijverheid slecht toegankelijk voor vrouwen. Verder wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de productie en de verkoop van drank in de Noordelijke Nederlanden. Van Diepen concludeert dat de verkoop hier veel minder afhankelijk van startkapitaal was waardoor alle lagen van de bevolking toegang hadden tot de drankhandel.

Brouwen, branden en bedienen is voor zowel de liefhebber van ‘drinkcultuur’ als van sociale en vrouwengeschiedenis een aanrader. Naast een overzicht aan informatie over de participatie van vrouwen in de dranknijverheid biedt het een schat aan gegevens over de wijze waarop in Holland en Brabant brouwerijen en branderijen functioneerden en de manier waarop drankwinkels, tapperijen en herbergen georganiseerd waren.  Dit boek is echter vooral aantrekkelijk omdat het over mensen gaat. Over de schouder van de schrijfster kunnen we meekijken naar het reilen en zeilen van zowel vrouwen als mannen in de dranknijverheid in de vroegmoderne tijd.

Deze recensie is verschenen in Holland Historisch Tijdschrift (2014-1).

Verwijzing: Holland Historisch Tijdschrift, Cora Laan, 22 juli 2013.