Recensie M. Hoogland, Uit het rijke Roomse leven van Hoogwoud & Opmeer
M. Hoogland, Uit het rijke Roomse leven van Hoogwoud & Opmeer. 150 jaar parochie Sint Jans Geboorte Eigen beheer (druk: Pirola), 2015, Hoogwoud, 419p., geïll., ISBN geen, prijs €22,50 verkrijgbaar via www.stjansgeboorte.nl
door Maarten van den Bos, Universiteit Utrecht
Op 17 juli 1865 werd de Sint Jan de Dooperkerk in Hoogwoud ingewijd door bisschop Wilmer van Haarlem. De parochie had de jaren tevoren aanzienlijke sommen geld bijeengebracht om een nieuwe kerk te realiseren. Het bracht dan ook ‘grote geestdrift van verblijding’ teweeg dat de bisschop bereid bleek de kerk persoonlijk te consacreren. Het was nog wel even zoeken naar een geschikte datum. In mei werden door pastoor en kerkmeester de eerste contacten gelegd; een concrete afspraak was echter nog niet gemaakt. Nadat de bisschop per brief om duidelijkheid was verzocht, waarbij vermeld werd dat er enige vrees leefde of hij niet juist zou komen gedurende de toch al zo drukke periode van ‘de hooibouw’, kwam uiteindelijk de zeventiende juli uit de bus. Voor de consecratie van de kerk rekende Wilmer in eerste aanleg zestig gulden, maar dat bedrag werd al snel kwijtgescholden.
Een uiterst leesbaar boek, waarin bovendien goed te volgen valt hoe hard de ‘grote’ geschiedenis soms neerslaat op lokaal niveau
Honderdvijftig jaar na de inwijding van de kerk zette de parochie Sint Jans Geboorte haar jubileum luister bij met de publicatie van een omvangrijk gedenkboek. Aan de hand van tal van foto’s en verhalen wordt verteld over de lotgevallen van de parochianen tegen de achtergrond van de algemene kerkgeschiedenis van Nederland en meer specifiek West-Friesland. Dat levert een uiterst leesbaar boek op, waarin bovendien goed te volgen valt hoe hard de ‘grote’ geschiedenis soms neerslaat op lokaal niveau.
Het verhaal van honderdvijftig jaar parochie wordt chronologisch uit de doeken gedaan met verschillende thematische uitstapjes over bijvoorbeeld de rol van vrouwen in de parochie en de rol van de sacramenten in het lokale geloofsleven. Daarbij wordt voorkomen al te gemakkelijk de klassieke stereotypen die het Nederlands katholicisme aankleven te volgen. Zo bevat het hoofdstuk over de rol van de vrouw tal van aanknopingspunten om het al te gemakkelijke beeld van de volgzame katholieke huisvrouw, die vooral op aarde was om voor zo veel mogelijk nageslacht te zorgen, danig te nuanceren. En in het hoofdstuk over de sacramenten wordt de betekenis ervan voor de parochianen helder uiteengezet en mooi ingebed in de context van het lokale geloofsleven. De veelvuldig naar voren gebrachte gedachten als zouden katholieke gelovigen de rituelen van hun kerk slaafs en gedachteloos volgen, wordt hierin overtuigend weerlegd.
Veel parochianen zullen het boek, zeker omwille van de prachtige foto’s, koesteren, maar de toegankelijk geschreven geschiedenis van het kerkelijk leven in deze regio had een wat breder publiek verdiend
Vrijwel direct na de bevrijding van 1945 begonnen de religieuze spanningen in het dorp op te lopen. Niet alleen tussen katholieken en protestanten, wat onder meer een stevige strijd bij lokale verkiezingen opleverde, maar ook tussen katholieken onderling. Sommigen wensten de vernieuwing in het lokale verenigings- en kerkelijk leven sneller en verdergaand door te voeren dan anderen. Opvallend hierbij is overigens wel dat de verbinding met de algemene geschiedenis een slagje minder expliciet gemaakt wordt dan in eerdere hoofdstukken. Zo is er bijvoorbeeld weinig aandacht voor het mandement waarmee de bisschoppen in 1954 hun gelovigen vermaanden niet naar de VARA te luisteren en ontrieden op de PvdA te stemmen. Ook het Tweede Vaticaans Concilie, de grote vergadering van alle katholieke bisschoppen tussen 1962 en 1965 in Rome, komt er wat bekaaid vanaf. Dat terwijl de uitvoerig besproken veranderingen in de liturgie in de jaren vijftig en zestig wel degelijk raakten aan voorbereiding van en discussie tijdens het concilie. Hiermee hebben de auteurs een kans gemist het boek nog iets meer uit te doen stijgen boven een vooral voor lokale betrokkenen interessant gedenkboek.
Het valt te hopen dat meer parochies de komende jaren hun geschiedenis op een vergelijkbare manier ontsluiten
Veel parochianen zullen het boek, zeker omwille van de prachtige foto’s, koesteren, maar de toegankelijk geschreven geschiedenis van het kerkelijk leven in deze regio had een wat breder publiek verdiend. Door iets explicieter de verbinding te leggen met de bredere kerkgeschiedenis had het vertelde verhaal aan urgentie en soms ook wel aan structuur gewonnen. Nu was dat niet de doelstelling, maar ergens is het wel jammer. De auteurs doen zichzelf ermee tekort. Bovendien hadden zij zodoende kunnen bijdragen aan het vullen van een lacune in – zeker de recente – geschiedschrijving van het Nederlands katholicisme. Daarin is nog slechts een eerste begin gemaakt met het beantwoorden van de vraag naar de betekenis van grote transformaties in de kerkgeschiedenis voor het religieuze leven op lokaal niveau. De vraag hoe mensen omgingen met de grote veranderingen die zich zeker na de Tweede Wereldoorlog in de wereldkerk voltrokken wordt in het boek niet expliciet aan de orde gesteld, de beantwoording ervan is met publicatie ervan wel een stapje dichterbij gebracht. Met die gedachte in het achterhoofd valt te hopen dat meer parochies de komende jaren hun geschiedenis op een vergelijkbare manier ontsluiten.
Verwijzing: Historisch Tijdschrift Holland, Maarten van den Bos, 22 januari 2016.