Recensie Jacques Moerman, ’t Woudt

Jacques Moerman, ’t Woudt. De rijke geschiedenis van het kleinste dorp van Nederland Historische Reeks Midden-Delfland deel 1, Historische Vereniging Oud-Schipluiden, Schipluiden, 2012, 256 p., geïll, ISBN 9789075938616, prijs €24,95 (te koop in Delftse en regionale boekhandels)

door Anne Petterson, Universiteit Leiden

Een groot boek over het kleinste dorp van Nederland, ga er maar aan staan. Jacques Moerman deed het en schreef ruim 250 pagina’s over de geschiedenis van ’t Woudt, een kerkdorp met vandaag de dag ongeveer 40 inwoners, ingeklemd tussen Naaldwijk, Den Haag en Delft.

Terwijl alle plaatsen in de omgeving uitbreidden, bleef ’t Woudt een kleine gemeenschap. Bereikbaar via de Kerklaan, en lange tijd ook langs de zogenaamde kerkenpaden: onverharde, openbare paden door het weiland, zo nu en dan onderbroken door een plank over een sloot en met natuurlijk de kerk als eindbestemming. Begin 20ste eeuw zijn de meeste van deze routes verdwenen, maar in 1970 is er een prachtig fietspad door de polder voor in de plaats gekomen.

De belangrijkste reden voor het uitblijven van iedere groei van ’t Woudt was het systeem van grondbeheer. De boeren in het dorp en de omgeving verdeelden hun land liever niet. Bij overlijden of pensionering nam de oudste zoon het bedrijf over en kreeg de rest van de kinderen het erfdeel uitbetaald in geld. Op deze manier kwam er nauwelijks land vrij voor extra bebouwing. Ook vandaag de dag heeft ’t Woudt, met de aanwezigheid van twee moderne veebedrijven, nog steeds een voornamelijk agrarisch karakter.

Ruim 250 pagina’s over de geschiedenis van ’t Woudt, een kerkdorp met vandaag de dag ongeveer 40 inwoners, ingeklemd tussen Naaldwijk, Den Haag en Delft

Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijft Moerman het ontstaan en de geschiedenis van ’t Woudt. Hier komen de vroegste bewoningsgeschiedenis (vanaf 3600 voor Christus), de lokale economie en de belangrijkste huizen en hun bewoners aan de orde. In het middendeel besteedt Moerman ruim aandacht aan de geschiedenis en invloed van de kerk in het dorp. De jongste geschiedenis van ‘t Woudt komt er in het derde en laatste deel wat bekaaid van af. In kort bestek bespreekt Moerman het opkomend verenigingsleven, de impact van de Tweede Wereldoorlog en de uitdagingen van de moderne tijd.

Zoals de ondertitel van het boek al zegt: ’t Woudt heeft een rijke geschiedenis. Moerman heeft dan ook oog voor details. De uitgebreide beschrijvingen van bijvoorbeeld kerk- of boerderijarchitectuur zijn voor de niet-ingewijde misschien soms iets teveel van het goede, maar de balans keert terug met bijvoorbeeld heerlijke anekdotes over de bewoners en sociale verhoudingen in het dorp. In het middendeel levert bijvoorbeeld het samenleven van protestant en katholiek in de kleine gemeenschap mooie verhalen op.

Met de levensbeschrijvingen van een meester Schipper, ‘hebbende ’s morgens bij eene roomschgezinde reets op eene alleronmatigste en gulsige wijze genever gedronken’,  brengt Moerman de bewoners van ’t Woudt tot leven

Zo bevat tot op de dag van vandaag de oostelijke buitenmuur van de protestantse kerk nog een katholiek wijdingskruis; één van de oorspronkelijk twaalf markeringen van de plaatsen waar het gebouw bij de inwijding door de bisschop of zijn plaatsvervanger gezegend was. Volgens het katholieke verhaal kwamen de kruizen steeds onder de kalklaag tevoorschijn, wat natuurlijk werd geïnterpreteerd als een verwijzing van hogerhand naar de katholieke oorsprong van de kerk. In werkelijkheid loste het zout in de steen langzaamaan de kalklaag op. In de 17de eeuw gebruikten de katholieken verschillende boerderijen in de omgeving als schuilplaats, maar in de Franse tijd werden de godsdiensten in Nederland gelijkgesteld en maakten zij opnieuw aanspraak op ‘hun’ kerkgebouw. Wethouder Loncq wist het goed gemaakt: hij stelde voor om de kerk met een muur in tweeën te delen, zodat de 105 gereformeerden het schip van de kerk zouden behouden en de 118 katholieken in het koor bijeen konden komen. Het plan ging uiteindelijk toch niet door.

Maar ook binnen de protestantse gemeenschap was het niet altijd koek en ei. In 1588 trad de eerste predikant van ’t Woudt aan, Johannes Martini. Zijn werk werd echter bemoeilijkt door een roddelzieke lidmaat, ene Heyltghen Mertens. De vrouw verspreidde allerlei geruchten over de niet onberispelijke levenswandel van de predikant en zijn echtgenote in hun vorige standplaats Tholen. Maar Martini liet zich niet uit het veld slaan en bracht de zaak voor het gerecht, waarop Heyltghen zich met het echtpaar verzoende en openlijk schuld beleed. Met de levensbeschrijvingen van de predikanten en niet te vergeten de schoolmeesters (meester Schipper, ‘hebbende ’s morgens bij eene roomschgezinde reets op eene alleronmatigste en gulsige wijze genever gedronken’) brengt Moerman de bewoners van ’t Woudt tot leven.

De eerste uitgave in de Historische Reeks van Midden-Delfland is uitgegeven op groot formaat, met prachtige kleurenafbeeldingen

Aandacht voor de wereld buiten ’t Woudt is er ook. De Woudtse boter en kaas kende afzet in het gehele land, en in de 14de eeuw zelfs bij het hof van de graaf. Belangrijke lokale families als de Van der Burchs namen in de 16de en 17de eeuw in Delft en andere Hollandse steden belangrijke posities in. En de ontwerpen voor de gravures van de Leidse universitaire instellingen door de 17de-eeuwse schilder Jan Cornelisz. van ’t Woudt, beter bekend als Woudanus, zijn nu internationaal bekend. Maar Moerman toont ook de bordjes afkomstig uit de inboedel van de boerderij van Maritgen de Voecht waarop keizer Karel V, Philips en de hertog van Kleef waren afgebeeld. Zijn er tastbaarder voorbeelden van de wereld waarin ’t Woudt functioneerde?

Naast de inhoud verdiend ook de vormgeving lof: het boek is uitgegeven op groot formaat, met prachtige kleurenafbeeldingen op stevig papier. ’t Woudt. De rijke geschiedenis van het kleinste dorp van Nederland is de eerste uitgave in wat een Historische Reeks van Midden-Delfland moet worden. Een fraai begin, dat doet hopen op meer publicaties over de geschiedenis van deze regio.

Deze recensie is verschenen in Holland Historisch Tijdschrift (2014-1).

Verwijzing: Holland Historisch Tijdschrift, Anne Petterson, 24 april 2013.