Recensie Jacques Baartmans, Alexander Philip van der Capellen 1745-1787

Jacques Baartmans, Alexander Philip van der Capellen 1745-1787. De tragische lotgevallen van een dienaar van prins Willem V Verloren, 2015, Hilversum, 222 p., ISBN 978-90-8704-506-7 prijs €23,-

door Marijke Bruggeman, zelfstandig historicus

In deze levensbeschrijving van Alexander Philip van der Capellen concentreert de auteur zich met name op de jaren 1783-1787. In deze periode kwam deze hoveling van prins Willem V in ernstige problemen en verantwoordde hij zijn gedrag in twee uitgegeven documenten. Deze documenten spelen een belangrijke rol in het boek en zijn dan ook als bijlagen opgenomen. De auteur reconstrueert de gang van zaken gedetailleerd op basis van de teksten van de publicaties van Van der Capellen en  briefwisselingen met zijn broers en met de prins, de aantekeningen van Van Hardenbroek en perspublicaties.

In de periode 1783-1787 kwam Alexander Philip van der Capellen in ernstige problemen. De auteur reconstrueert de gang van zaken gedetailleerd

Alexander Philip was een telg uit het Gelderse geslacht Van der Capellen. Hij werkte al op vijftienjarige leeftijd als page aan het hof. Later werd hij kamerheer en officier bij de Garde du Corps, de lijfwacht van Willem V. Zijn broers, met name Robert Jasper van der Capellen tot den Marsch en zijn achterneef Johan Derk van der Capellen tot den Poll voerden oppositie tegen de stadhouder. Alexander Philip daarentegen meende dat het stadhouderschap onlosmakelijk verbonden was met het ‘welzijn van de staat’. Deze afwijkende politieke standpunten stonden een goede relatie tussen Alexander Philip en Robert Jasper echter niet  in de weg. Dat Alexander Philip contacten onderhield met zijn broers en andere Patriotsgezinde regenten gaf aanleiding tot roddels aan het hof en ook in de pers. Hierdoor gingen Willem V en zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen hem wantrouwen. De relatie tussen de prins en zijn kamerheer raakte zo verstoord dat Alexander Philip niet anders kon doen dan ontslag nemen. In een in 1784 verschenen publicatie beschreef Van der Capellen wat er tussen hem en het prinselijk paar was voorgevallen en verantwoordde hij zijn gedrag, omdat hij zijn eer wilde redden.

De waarde van dit boek is dat het duidelijk laat zien hoe iemand die zowel banden had met de prins als met Patriotten en die zich daarom neutraal wilde opstellen, vermalen werd in de politieke strijd

Alexander Philip behield zijn functie bij de Garde du Corps. Hij bleef in die functie in Den Haag toen de stadhouderlijke familie Holland verliet. De Garde du Corps kreeg evenals de andere Hollandse regimenten in 1786 van de Staten opdracht slechts hun orders op te volgen en niet die van de prins. Alexander Philip benadrukte in een reactie de uitzonderingssituatie van de Garde du Corps en liet weten dat veel van de manschappen zich gebonden voelden aan hun eed van trouw aan de prins. Met deze uitzonderingspositie werd in 1787 geen rekening meer gehouden. Alexander Philip werd gewoon als officier beschouwd die orders van de Staten diende te accepteren. Hij kreeg de opdracht Gorkum te verdedigen tegen de Pruisen. Bij aankomst bleek hem dat de stad nauwelijks te verdedigen was. Toen de Pruisen de stad aanvielen kon Alexander Philip weinig anders doen dan de stad overgeven en zichzelf als krijgsgevangene aanbieden. De Pruisen voerden hem af naar Wezel en hielden hem daar onder buitengewoon slechte omstandigheden gevangen. Hij werd ernstig ziek en overleed aan de gevolgen daarvan, kort nadat hij uiteindelijk was vrijgelaten. De slechte behandeling door de Pruisen zou te maken hebben gehad met de wraakzucht van prinses Wilhelmina. Haar rol in het geheel wordt echter niet duidelijk. Omdat er veel kritiek kwam op zijn optreden in Gorkum schreef Alexander Philip een verdediging die postuum werd uitgegeven. Dit is het tweede document dat de auteur gebruikt.

Hoe de lotgevallen van Alexander Philip passen in het grotere geheel van de heersende politieke strijd komt slechts in beperkte mate en niet altijd even duidelijk aan de orde

De waarde van dit boek is dat het duidelijk laat zien hoe iemand die zowel banden had met de prins als met Patriotten en die zich daarom neutraal wilde opstellen, vermalen werd in de politieke strijd. Hoe de lotgevallen van Alexander Philip passen in het grotere geheel van de heersende politieke strijd komt slechts in beperkte mate en niet altijd even duidelijk aan de orde. Omdat de auteur slechts één pagina besteedt aan de beschrijving van de positie van de stadhouders in het staatsbestel van de Republiek in de 17e en 18e eeuw, kan hij niet anders dan generaliseren. Zo lijkt het alsof de stadhouders overal in de Republiek op dezelfde wijze macht hebben kunnen uitoefenen. De invloed van de stadhouders was in het ene gewest echter groter dan het andere en gebaseerd op verschillende soorten afspraken. Zo golden de regeringsreglementen die volgens de auteur de basis waren van de macht van de stadhouders, alleen in Utrecht, Gelderland en Overijssel. Onderzoeken hebben in de afgelopen decennia aangetoond dat de macht van de stadhouders afhankelijk was van de ruimte die de regels hen in de verschillende provincies boden en de manier waarop ze daarvan gebruik maakten. Ook het beeld dat de orangistische ‘partij’ bestond uit ‘stadhouder, aristocratische regenten en volksklasse’ is in de laatste decennia genuanceerd. De werkelijkheid was een stuk ingewikkelder.

Verwijzing: Holland Historisch Tijdschrift, Marijke Bruggeman, 21 december 2015.