Jan van der Heyden, een veelzijdige 17de-eeuwer
Door Romy Beck
In 2019 verwierven het Amsterdam Museum en het Stadsarchief Amsterdam gezamenlijk een collectie handschriften, tekeningen, publicaties en historische objecten van de bekende uitvinder, kunstenaar en ondernemer Jan van der Heyden (1637-1712) en zijn zoon Jan van der Heyden de Jonge (1662-1736). Deze aanwinst vormde de aanleiding voor de tentoonstelling Amsterdam in vuur en vlam. De uitvindingen van Jan van der Heyden (1637-1712) die in 2023 te zien was in het Stadsarchief, en de bijbehorende en gelijknamige publicatie van Jan de Klerk en Erik Schmitz.
Het verlichten van Amsterdam
In het eerste deel van het boek beschrijven De Klerk en Schmitz het leven van Amsterdammer Jan van der Heyden. Hoewel hij zich eerder succesvol bezighield met het schilderen van onder andere gefantaseerde stadsgezichten, richtte hij zich vanaf eind jaren 1660 op het verlichten van zijn woonplaats. In vroegmoderne steden vormden donkere straten een groot probleem. Ze waren veelal verlicht door kaarsen, en wandelaars waren verplicht om ’s nachts een lantaarn bij zich te hebben. In 1668 besloot het stadsbestuur om heel Amsterdam te voorzien van straatverlichting. Hierop diende Van der Heyden een ontwerp in. Er waren ook plannen van anderen, maar zijn voorstel bood veel voordelen. Van der Heydens vierkante lantaarn was kleiner en scheen daardoor minder ver, toch gaf deze door goede ventilatie en een slimmer oliereservoir licht bij alle weersomstandigheden. In 1670 werd Van der Heyden aangesteld als opzichter van het verlichtingsproject. Negen jaar later legde hij zijn uitvinding vast in ‘t Licht der Lamplantaarens ontsteken door Jan van der Heijde Inventeur der selve en opsigter der Stadslantaarens van Amsterdam.
De ‘slanghpomp’
Naast duisternis zorgde vuur misschien wel voor het meeste gevaar. Stadsbranden hadden keer op keer een enorme impact. Vanaf halverwege de 17de eeuw gebruikte men in Amsterdam bij het blussen al eerste vormen van brandspuiten, maar deze losten de problemen niet geheel op. De inventieve Jan van der Heijden werkte in de jaren 1670 samen met zijn broer Nicolaas aan een nieuwe versie, de zogenoemde ‘slanghpomp’ (p. 13). De eerste verbetering maakte het mogelijk om water uit de gracht te trekken en naar de brandspuit te leiden, waardoor deze constant voorzien was van water. Er volgden nog verschillende toepassingen, die uiteindelijk werden vastgelegd in het Bericht, wegens de nieuw-geïnventeerde en geoctroyeerde slangbrandspuiten: uitgevonden door Jan en Nicolaes vander Heiden (1677). De broers zorgden niet alleen voor verbeteringen, maar hielden zich in deze jaren ook actief bezig met de reorganisatie van de brandbestrijding binnen de stad.
Branden in beeld
In 1690 verscheen Van der Heydens meesterwerk Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde, waarin hij op basis van tekst en beeld het verschil tussen de oude en zijn nieuwe manieren van brandbestrijding presenteerde. Hij deed dit door zowel technische ontwikkelingen te duiden en verbeelden, als 79 branden tussen de jaren 1652 en 1690 in Amsterdam te bestuderen en bespreken. De Klerk en Schmitz behandelen de vijftien afgebeelde branden in het tweede deel Amsterdam in vuur en vlam, waar zij het betoog van Jan van der Heyden analyseren. ‘De beschrijvingen zijn helder gestructureerd, vol sprekende details en met aandacht voor de menselijke omstandigheden’, zo stellen de auteurs (pag. 19). En hoewel Van der Heyden met zijn publicatie wel degelijk eigen belangen had, concluderen De Klerk en Schmitz dat de informatie in regel betrouwbaar is.
Amsterdam in vuur en vlam is een informatieve, rijk geïllustreerde en mooi vormgegeven publicatie, die uitvinder Jan van der Heyden de aandacht geeft die hij verdient.
Erik Schmitz en Jan de Klerk, Amsterdam in vuur en vlam. Het brandspuitenboek van Jan van der Heyden (1637-1712). Zwolle: Uitgeverij WBooks, 2023, 80 pp. ISBN: 9789462585553, prijs €19,95