Een vernieuwende Hollandse meester in een roerige periode

Door Marije Osnabrugge

Een belangrijke zestiende-eeuwse meester

In deze tijden van bezuinigingen op cultuur en wetenschap, worden tentoonstellingen die geworteld zijn in diepgravend wetenschappelijk onderzoek steeds zeldzamer. De tentoonstelling over Maarten van Heemskerck (1498-1574) – van 28 september 2024 tot 19 januari 2025 te zien in het Frans Halsmuseum, Teylers Museum en het Stedelijk Museum Alkmaar – vormt zonder enige twijfel zo’n een fundamentele bijdrage voor onze kennis over deze kunstenaar en de periode waarin hij leefde. Gastconservator Ilja Veldman, emeritus hoogleraar vroegmoderne kunst aan de Vrije Universiteit Amsterdam, doet dan ook al meer dan vijftig jaar onderzoek naar deze zestiende-eeuwse (Noord-)Hollandse kunstenaar. In deze boekrecensie wordt de tentoonstellingscatalogus besproken.

Maarten van Heemskerck zal zeker niet voor iedereen een bekende naam zijn. Onterecht, zo maken de tentoonstelling en publicatie duidelijk. De kunstenaar werd geboren in Heemskerk en bouwde in het nabijgelegen Haarlem een succesvolle carrière op. Hij vervulde belangrijke opdrachten voor Hollandse stedelingen en voor een flink aantal kerken in de Noordelijke Nederlanden. Op advies van tijdgenoten Jan van Scorel en Jan Gossart ondernam hij tussen 1532 en 1536 een studiereis naar Italië. Tijdens die reis bestudeerde hij ijverig antieke overblijfselen en Renaissance kunst. Na terugkomst maakte deze kennis hem tot één van de meest vernieuwende en gevraagde kunstenaars van het land. Het waren roerige tijden, en aan het eind van zijn leven moest Van Heemskerck tijdens de Beeldenstorm de verwoesting van een aantal van zijn altaarstukken in kerken in Amsterdam, Medemblik en Den Haag meemaken. Veldman omschrijft dit artistiek en persoonlijk drama op invoelende wijze: “Niet alleen had hij in die kostbare schilderijen zo veel tijd en moeite gestopt, maar ook werd zijn broodwinning en het bestaansrecht van die schilderijen betwist, en dus in zeker zin het bestaansrecht van het schildersberoep.” (p.218)

Sprekende portretten en Italiaanse vernieuwingen

De catalogus leidt de lezer chronologisch door Van Heemskerck’s carrière en oeuvre. De zorgvuldige analyse van een selectie kunstwerken vormt de leidraad, en geeft aanleiding tot stimulerende uiteenzettingen over kunst en maatschappij. Zo biedt het prachtige ‘Portret van een jonge vrouw’ uit ca. 1528 (Madrid, Museo Nacional Thyssen Bornemisza), dat op de voorzijde van de catalogus prijkt, de auteur gelegenheid tot een bespreking van de mogelijke identificatie van de vrouw, van de bijdrage van het werk aan de Hollandse portretkunst en van ideeën over de deugdzame huisvrouw in vroeg-zestiende-eeuws Nederland. Het is kenmerkend voor Veldmans grondige aanpak dat ook Heemskercks periode voor vertrek naar Italië uitgebreid aan bod komt. We leren dat hij zichzelf al voor die reis stevig in de markt had weten te zetten als vernieuwende schilder van fijnbesnaarde portretten en energieke devotiestukken. De lezer kan zo niet alleen de impact van de Italiëreis (beschreven in hoofdstukken 4 en 9) beter op waarde schatten, maar krijgt ook inzicht in de stand van de Hollandse kunst en het belang van Heemskerck in die minder gekende periode.

Enkele hoofdstukken bespreken een bepaald aspect, zoals Heemskercks bijdrage aan de prentkunst, zijn sociale netwerk, zijn omgang met de klassieke oudheid en zijn erfenis en reputatie tot de dag van vandaag. Het gigantische Laurentiusaltaarstuk, dat tot de Beeldenstorm in de Alkmaarse Grote Kerk stond opgesteld, krijgt ook een apart hoofdstuk. De uitgebreide analyse van de stijl en beeldtaal verduidelijkt de waarde van Heemskercks Italiaanse lessen. In het laatste hoofdstuk beschrijven restauratoren Mireille te Marvelde en Jessica Roeders de spectaculaire restauratie van de memorietafel De heilige Lukas schildert de Madonna (1532). De voorstelling was oorspronkelijk in een voor Heemskerck kenmerkende architectuur geplaatst (i.p.v. tegen de traditionele monotone achtergrond die zijn voorgangers prefereerden) en werd door de kunstenaar niet als één maar als twee panelen bedacht en uitgevoerd.

Uitstekende inleiding op ondergewaardeerde periode

Veldman’s expertise op het gebied van Van Heemskerck en de zestiende-eeuwse Hollandse kunst en maatschappij spat van de pagina’s. Gelukkig gaat dit nergens ten koste van de toegankelijkheid van al deze informatie. Steeds weer worden de relevante aspecten van de kunst en zestiende-eeuwse maatschappij helder, nauwkeurig en enthousiast uitgelegd. Daarbij bouwt Veldman niet alleen op haar eigen onderzoek, maar neemt ze ook het werk van vele collega’s mee in haar analyse – tot de meest recente publicaties aan toe. Het boek is daarom een belangrijk handboek voor experts, maar ook een uitstekende inleiding of verdieping op deze ondergewaardeerde periode in de Nederlandse kunst en geschiedenis. Wbooks leverde een rijk geïllustreerde catalogus met prachtige detailfoto’s, waarbij de kleine thumbnails van elders in het boek besproken kunstwerken een fijne handreiking voor de lezer vormen.

Ilja M. Veldman, met een bijdrage van Mireille van Marvelde en Jessica Roeders, Maarten van Heemskerck 1498-1574, Tentoonstellingscatalogus Frans Halsmuseum en Teylers Museum, Haarlem en Stedelijk Museum, Alkmaar. Zwolle: Wbooks, 2024, ISBN: 9789462586550, prijs € 39,95.