De winnaar van de masterscriptieprijs 2015 is Patrick Naaktgeboren (Universiteit Leiden) met zijn scriptie Hoe dichter bij Dordt, hoe heerlicker het wordt. Ruimte, geur en geluid in laatmiddeleeuws Dordrecht.

Lees het artikel van Patrick Naaktgeboren over laatmiddeleeuws Dordrecht in Holland 49:4 (2017)

Patrick Naaktgeboren presenteert in deze scriptie zijn onderzoek naar de institutionele kaders van stedelijk welzijn in laatmiddeleeuws Dordrecht. Anders dan de titel suggereert, vraagt de scriptie eigenlijk niet hoe heerlijk het leven daar was, maar hoe erg. Het traditionele beeld van het leven in een middeleeuwse stad is namelijk niet al te rooskleurig. Door de bevolkingsdichtheid, het gebrek aan hygiëne, de stank, en de epidemieën die de steden tot overmaat van ramp teisterden, is het weinig verwonderlijk dat de demografische balans veelal negatief uitsloeg. Het beeld, dat steden als Dordrecht in de late middeleeuwen praktisch onleefbaar waren en dat er zeker tot 1572 maar weinig bestuurlijke initiatieven waren om dit te verbeteren, wordt in deze scriptie aan de tand gevoeld.

In deze scriptie stelt Naaktgeboren de vraag in welke mate werd geprobeerd om beleidsmatig invloed uit te oefenen op de gezondheid, leefbaarheid en veiligheid in de stedelijke leefomgeving van Dordrecht tussen 1450 en 1520. Aan de hand van keuren en in akteboeken opgetekende rechtszaken kijkt de scriptie naar de regulering van verschillende potentieel storende factoren als nabuurschap, geur en geluid die het wonen in een groeiende stad als Dordrecht met zich meebracht. Via het instellen van bouwbeleid en de ontwikkeling van het burenrecht werd geprobeerd burenoverlast te voorkomen, terwijl men geluidsoverlast probeerde te reguleren door vast te leggen wie, waar en wanneer geluid mocht maken. Tegen stank, met name belangrijk vanwege de associatie met ziektes, werd geen structureel beleid gevoerd, maar er werden wel allerlei pogingen gedaan om het vuilnis en afval te reguleren. Zo bepaalden hinderkeuren dat noch de haven noch de gracht als stortplaats mocht worden gebruikt en werden er stedelingen aangesteld als parttime vuilnisophaler. Voor de handhaving van het beleid werd ook een beroep gedaan op de sociale controle onder de stadsbewoners zelf, aangezien de overheid pas in actie kwam bij excessen.

Het doel van deze uiteenzetting is niet om te betogen dat er een structureel, visionair welzijnsbeleid werd gevoerd in laatmiddeleeuws Dordrecht, maar wel om een anachronistisch beeld van tekortschietende stadsbestuurders bij te stellen. Naar huidige maatstaven zijn sommige op de humorenleer ingestelde maatregelen weliswaar niet effectief gebleken, maar onderzoek laat zien dat er wel degelijk pogingen werden gedaan met als doel hadden om de stedelijke leefomgeving gezond, leefbaar en veilig te houden. Vergelijkingen met andere steden binnen en buiten Holland laten eigenlijk hetzelfde beeld zien: steden kampten met dezelfde problemen die in deze scriptie worden besproken, en moesten het doen met gelijksoortige kennis om er oplossingen voor te vinden.

De scriptie is historiografisch goed ingebed en is prettig, weliswaar soms wat anekdotisch, geschreven. De jury waardeert dat Naaktgeboren, gebruikmakend van de recente invalshoek van healthscaping, een frisse blik werpt op de onfrisse geschiedenis van een Hollandse stad. Een kanttekening is dat een nadere uitwerking van de consequenties van het stadsbeleid voor de beleving ervan door stedelingen zelf de scriptie naar een hoger niveau zou hebben getild. Uit de scriptie valt echter wel op te maken dat het leven in laatmiddeleeuws Dordrecht toch niet zo voortreffelijk zal zijn geweest als het citaat in de titel suggereert, maar dat dit in ieder geval niet te wijten is aan een totale bestuurlijke onverschilligheid.