Herinnering aan de kunst van de gebroeders Quellinus in de Pijp
Laurien van der Werff
Bijna elke dag loop of fiets ik door de Quellijnstraat, een straat in de Amsterdamse Pijp, die begint bij de Ruysdaelkade en eindigt bij het gebouw De Punt. De panden die er eind 19de eeuw zo goedkoop mogelijk werden gebouwd wegens de hoge woningnood, behuizen tegenwoordig uiteenlopende woningen – van sociale huurappartementen tot onbetaalbare lofts.

De naamgever van deze straat is de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus I (1609-1668), ook bekend als Aert Quellien of Quellijn, die van 1650 tot 1665 in Amsterdam verbleef voor een enorme klus: de beelden voor het nieuwe stadhuis op de Dam verzorgen. Het nieuwe stadhuis, dat tegenwoordig wrang genoeg dienst doet als koninklijk paleis, moest een weerspiegeling van de welvaart, macht en burgerlijke trots van het anti-stadhouderlijke Amsterdam van de 17de eeuw worden. In het ambitieuze ontwerp van architect en schilder Jacob van Campen (1596-1657), was ook rekening gehouden met een uitgebreid decoratief programma. Het stadhuis moest een Gesamtkunstwerk worden. De architectuur, beelden en schilderijen zouden samen de status van Amsterdam en de idealen van zijn bestuur weergeven. De beeldtaal was voornamelijk gebaseerd op verhalen uit de klassieke oudheid en het oude testament. Elk beeld heeft een eigen betekenis die past binnen het geheel.

Het was aan Quellinus om Van Campens ideeën voor de beelden uit te voeren. Hij gaf leiding aan een groot atelier waar de ontwerpen van Van Campen stap voor stap vorm kregen. Op basis van getekende schetsen en aanwijzingen van de architect werden terracottamodellen gemaakt die weer moesten worden goedgekeurd, voordat het eindresultaat in marmer kon worden gebeiteld. Quellinus heeft zo geen invloed gehad op de onderwerpen, maar wel op de stijl en uitwerking van de beelden. Hoewel Van Campen eind 1654 na onenigheid met het stadsbestuur zijn werkzaamheden staakte, heeft hij voor zijn vertrek waarschijnlijk wel de meeste modellen gezien. Een deel daarvan is in de collecties van het Rijksmuseum en het Amsterdam Museum bewaard gebleven.

De Quellijnstraat herinnert mij niet alleen aan de prachtige marmeren beelden en modellen uit het atelier van Artus, maar ook aan de fraaie prenten die zijn broer Hubertus (1619-1688) ervan maakte. In twee prachtige publicaties, voor het eerst uitgegeven door Artus in 1655 en 1663, bracht Hubertus de beelden voor het stadhuis in prent. Deze uitgaven hebben een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van Artus’ barokke stijl en ontwerpen.

Nu de musea dicht zijn en helaas voorlopig ook dicht lijken te blijven, is het gelukkig wel mogelijk om door digitale collecties te dwalen. Een schrale troost, maar het mooie hieraan is dat de hier besproken beelden, modellen en prenten zo makkelijk vanuit huis bezichtigd en vergeleken kunnen worden. Door het voormalige stadhuis kun je wandelen via Google Street View en de beelden zijn ook te zien in Google Arts and Culture. De terracottamodellen zijn te vinden op de websites van het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum, waar ook de prenten bekeken kunnen worden.

Meer weten?
- Renske Cohen Tervaert e.a., Verborgen verhalen. Wijze lessen in de decoraties van het voormalig Stadhuis van Amsterdam (Amsterdam 2015).
- Frits Scholten, Artus Quellinus. Beeldhouwer van Amsterdam, Rijksmuseum Dossiers (Amsterdam 2010).