Het water als bondgenoot tegen Fransen. 350 jaar Oude Hollandse Waterlinie

Door Merle Lammers, militair historicus

Het Rampjaar en de totstandkoming van de Oude Hollandse Waterlinie worden in 2022 herdacht en gevierd. Als startschot voor de herdenking gaf WBOOKS in 2021 in samenwerking met de Stichting OHW Het Oude Hollandse Waterlinie Boek uit, geschreven door historicus Sander Enderink. De geschiedenis van de Oude Hollandse Waterlinie, een verdedigingslinie tussen de Zuiderzee en Heusden, wordt op een spannende en pakkende manier verteld. Het boek is bedoeld voor een breed publiek en heeft vooral tot doel om 350 jaar Oude Hollandse Waterlinie op de kaart te zetten. Het boek bevat 245 verhalen over de waterlinie, verdeeld over tien hoofdstukken. Het leeuwendeel – 120 van de 288 pagina’s, verdeeld over vijf hoofdstukken – gaat over het Rampjaar 1672, het geboortejaar van de Oude Hollandse Waterlinie.

Water als verdedigingsmiddel

Het idee van een muur van water om de vijand tegen te houden was niet nieuw; deze praktijk werd al tegen de Spanjaarden ingezet tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Toch kwam pas in 1672 een eerste waterlinie tot stand. Dat wil niet zeggen dat er een goed uitgewerkt plan klaarlag voor wanneer de vijand de Republiek zou binnenvallen. In tegendeel. De totstandkoming van de waterlinie had nogal wat voeten in de aarde. Op levendige wijze beschrijft Enderink het eindeloze getreuzel van de verschillende stadsbesturen bij de totstandkoming van de waterbarrière, die uiteindelijk pas gerealiseerd werd toen de vijand de grenzen van de Republiek al gepasseerd was. Dijken werden doorgestoken en polders liepen onder water. Langs vestingen en schansen kwam een verdedigingslinie tot stand die er uiteindelijk voor zorgde dat de Fransen niet tot Holland door konden dringen. De provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel werden bezet.

De Franse Tirannie

Toch was de waterlinie geen ondoordringbare barrière. Het grootse gevaar vormde het weer: wanneer het vroor, zou de vijand wel eens een poging kunnen wagen om over het ijs naar Holland te trekken. De Franse generaal Luxembourg trommelde eind december 1672 een leger bijeen om via Woerden over het ijs bij Zegveld naar Holland te trekken. Toen het begon te dooien en het ijs te zwak bleek, was de Fransman genoodzaakt een deel van zijn leger terug te sturen. Met een ander deel trok hij verder. Het rijke Holland was niet meer te bereiken, maar het lukte om terug te keren naar Woerden door langs de kleine dorpjes Bodegraven en Zwammerdam te trekken. De soldaten vierden hier hun frustraties bot op de bevolking. Er zijn gruwelijke verhalen bekend over verkrachtingen, martelpartijen en plunderingen. Het is jammer dat Enderink de tocht van de Fransman wel beschrijft, maar niet ingaat op de verhalen van tijdgenoten over het bloedbad. Hoewel Enderink wel aandacht besteed aan de lotgevallen van boeren of mensen die in de dorpjes in het frontgebied langs de waterlinie woonden, ligt het accent – zoals in veel militair historische studies – voornamelijk op ‘grote, belangrijke mannen’.

Een plaatje bij een praatje?

Het boek is prachtig vormgegeven: elk venster is voorzien van een afbeelding. Foto’s van (de overblijfselen) van vestingsteden worden afgewisseld met 17de- en 18de-eeuwse prenten en schilderijen. Door de nadruk te leggen op afbeeldingen schuilt tegelijkertijd ook een gevaar. Soms lijkt het alsof er met veel moeite een enigszins geschikt plaatje is gezocht. Daarbij helpt het ook niet dat onderschriften bij de afbeeldingen ontbreken. Het venster over de Slag bij Kruipin (11-12 oktober 1672) wordt bijvoorbeeld voorzien van een ruitergevecht van Jan van Huchtenburg uit ca. 1680-1700. De lezer zou kunnen denken dat het schilderij deze slag verbeeldt. Op de achtergrond van het venster over de (nieuwe) katholieke inwijding van de Domkerk in Utrecht staat de zielenvisserij van Adriaen Pietersz. van de Venne uit 1614. Dit soort kleinigheden zijn jammer, want er bestaan wel degelijk prenten van de slag bij Kruipin, de katholieke inwijding van de Domkerk en de processies in Utrecht. Deze kleinigheden doen echter weinig af aan de spannende, vlot geschreven verhalen. Het boek is dan ook een aanrader voor de lezer die meer wil weten over het water dat ons 350 jaar geleden van de verdrinkingsdood redde.

Sander Enderink, Het Oude Hollandse Waterlinie Boek, WBOOKS: Zwolle 2021, 288 pp., geïllustreerd, ISBN: 9789462584259. Prijs €19,95.