Kikkers en kaaskoppen. Nederland en Nederlanders in buitenlandse spotprenten

Hogen Mogen Frogs. De inwoners van de Nederlandse moerasdelta in buitenlandse ogen

Jaap de Haan, redacteur tijdschrift Holland

Nic Frog

De kikkers springen je tegemoet vanaf de eerste bladzijden van het boek Kikkers en kaaskoppen. Al eeuwenlang associëren buitenlanders Nederlanders met kikkers vanwege het drassige landschap in het noorden en het westen van het land. Buitenlandse cartoonisten maakten dankbaar gebruik van de kikker om in tijden van oorlog hun vijand aan de Noordzee belachelijk te maken. Zo noemden de Engelsen de Nederlanders ‘Nic Frog’ en de Staten-Generaal ‘Hogen Mogen Frogs’. Op een van de oudste prenten in het boek wordt de leeuw Belgica (symbool voor de Habsburgse Nederlanden) belaagd door kikkers en muggen die tevoorschijn komen uit het moeras. De kikkers staan voor de opstandige gewesten. De opstandelingen sloegen terug met een prent waarin de Nederlandse leeuw samen met een stel kikkers een groep Spaanse zwijnen de zee weer injaagt.

In Kikkers en kaaskoppen bespreekt samensteller Daniel R. Horst, wetenschappelijke medewerker van de afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum, een keuze uit de ruim 7.000 spotprenten uit de eigen collectie. Hij doet dat aan de hand van vier thema’s: naast kikkers ook kaaskoppen, rokers en de kwalificaties lomp, lui en laf. Nederlanders komen er in deze prenten niet best vanaf. Het is een uit het moeras getrokken volk, grof gebouwd, smakeloos gekleed en in vergelijking met Engelsen of Fransen gespeend van enige beschaving. Op vrijwel alle prenten zijn de Nederlanders afgebeeld als hobbezakken met enorme achterwerken, gehuld in bruine kleding, die roken als ketters en leven op een dieet van kaas. Horst geeft als verklaring dat de prenten veelal zijn gemaakt tijdens een van de vele oorlogen in de 17de en 18de eeuw en dat de ridiculisering van de vijand als doel had om hem minder gevaarlijk en angstaanjagend te maken.

Arrogante moerasbewoners

Wordt de lezer na het bestuderen van al deze buitenlandse prenten wijzer over wat karakteristiek is aan Nederlanders in de vroegmoderne tijd, zoals Taco Dibbits in het voorwoord suggereert? Ten dele. Niet verrassend komt de Nederlandse handelsgeest naar voren in de verwijzing naar alle kaas en Goudse pijpen; in het buitenland waren deze producten zeer bekend. Het grove postuur en de lompe kleding zegt wat over de Nederlanders, maar zeker ook over de Engelsen en de Fransen. Zij vonden respectievelijk hun ooster- en noorderburen weinig geciviliseerd, omdat de samenleving relatief egalitair was, in tegenstelling tot hun eigen gedifferentieerde standen- en klassenmaatschappij. Een onverwachte eigenschap van Nederlanders komt voorbij in een fraaie reeks Franse spotprenten uit het rampjaar. De zon, het symbool van Lodewijk XIV, verdrijft de regenwolken boven de Republiek en droogt het moeras, waarna de Fransen de rijkdommen terugpakken die de Nederlanders zich ten onrechte hebben toegeëigend. De Fransen, zo blijkt uit deze caleidoscoop, vonden de Nederlanders arrogant. Dat is een kwalificatie die menigeen eerder aan de Zonnekoning en zijn onderdanen zou toeschrijven.

Rood haar en grote neuzen

Horst heeft ervoor gekozen de spotprenten eerst thematisch en vervolgens chronologisch te bespreken. Dat heeft als voordeel dat de gebruikte stereotyperingen overtuigend naar voren komen. De chronologisch opzet laat zien hoe de conflicten tussen de Republiek en buurlanden in afbeeldingen terugkomen. Nadeel van deze opzet is dat de nadruk ligt op de 18de-eeuwse Engelse prenten, waardoor veel herhaling van de karakteriseringen van de Nederlanders te zien zijn. De aandacht voor Japanse prenten biedt een tegenwicht. Het is opvallend dat de Nederlanders die op het eiland Decima verbleven door de plaatselijke artiesten zo natuurgetrouw zijn weergegeven. Alleen het rode haar en de geprononceerde neuzen wijzen erop dat de Japanners daarmee niet vertrouwd waren.

Kikkers en kaaskoppen is een fraai geïllustreerd boek, uitgegeven in de bekende lay out van Irma Boom. De vele prenten die in het boek voorbijkomen, zijn ook op internet (en de website van het Rijksmuseum) te vinden, maar de meerwaarde van deze uitgave is dat ze voorziet zijn van een heldere toelichting, die de karikaturen in een historische context plaatst. De meeste Nederlanders hebben de namen kaaskop en kikkerland als geuzennaam omarmd zonder te weten waar ze vandaan komen. Dankzij Horst weten we nu ook waarom.

De gelijknamige tentoonstelling is tot en met 16 mei 2022 te zien in de Prentenkabinetten van het Rijksmuseum.

Daniel R. Horst, Kikkers en kaaskoppen. Nederland en Nederlanders in buitenlandse spotprenten (Boom: Amsterdam 2021) 186 blz., ill., ISBN 978 90 244 4765 7. Prijs: € 24,50