Recensie Jeroen van Zoolingen, Het verleden van de velden

Jeroen van Zoolingen, Het verleden van de velden. Archeologie van de Duin- en Bollenstreek Noordwijkerhout: Triquetra B.V. 2017, ill. 151 p., ISBN 978-90-903-0201-0, prijs € 19,95.

door Piet de Baar

Het op 3 april 2017 in de stijlvolle Witte Kerk van Noordwijkerhout gepresenteerde overzicht van de voornaamste opgravingen en vondsten uit de streek ten noorden en westen van Leiden ziet er zeer kleurrijk uit, zoals het in de Bollenstreek past. Wat in dit boek vooral opvalt zijn de vele en uitstekende illustraties, zonder dat het een prentenboek wordt.

Wanneer je wieg in de Bollenstreek gestaan heeft en je als klein jochie al hevig geïnteresseerd was in alles wat er uit de grond kwam (behalve bollen), is het natuurlijk duidelijk dat wanneer archeologie je studie en beroep wordt de belangstelling voor je streek van herkomst alleen maar enorm toeneemt. Dat heeft ertoe geleid dat de auteur alle min of meer bekende opgravingen en vondsten nagezocht en bestudeerd heeft. Dat leverde een dusdanige veelheid op, dat er geselecteerd moest worden. Alleen de bekendste vondsten bleven over, al zijn er nog heel wat nieuwe zaken bij voor de lezers die al met de materie bekend zijn. Om van goed bewaarde geheimen te spreken, zoals de inleider Evert van Ginkel doet, gaat evenwel erg ver.

Het verleden van de velden is een handzaam totaaloverzicht van de archeologie in de Bollenstreek

Na een inleiding over de streek, bestaande uit de huidige gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijkerhout, Noordwijk en Katwijk, en de vorming van het landschap door vooral de Rijn, wordt in de hoofdstukken ingegaan op de invloed van de mens op het landschap: door het graven van veen (turfwinning), klei (voor de steenbakkerijen) en zand (zanderijen voor ophogingen elders). Het op grote schaal weggraven van de oude (en soms zelfs nieuwe) duinen om daarmee bollengrond te winnen, bracht eveneens veel onverwachte vondsten met zich mee, en dat gaat door zelfs met het huidige omspuiten van bollenland.

Het boek is verdeeld in een aantal perioden: Nieuwe Steentijd (5300/4900-2000 v. Chr.), Bronstijd (2000-800 v. Chr.), IJzertijd (800-19 v. Chr.), Romeinse tijd (19 v. Chr. – 450 na Chr.), Vroege Middeleeuwen, Late Middeleeuwen (1000-1500) en Nieuwe tijd (nadien). Die onderverdeling is evenwichtig en eindigt met een Archeologie anno nu, met een korte vooruitblik naar de toekomst. Zelfs de (conflict)archeologie van de Tweede Wereldoorlog is aanwezig met een korte bijdrage over vooral de nog aanwezige bunkers, onontplofte munitie en sporen van lanceerinrichtingen van de vliegende V1-bom.

Dit overzicht van de voornaamste opgravingen en vondsten uit de streek ten noorden en westen van Leiden ziet er zeer kleurrijk uit, zoals het in de Bollenstreek past

Ieder hoofdstuk begint met een kaart van het landschap in die periode met daarop nummertjes waar de behandelde opgravingen of toevallige vondsten gedaan zijn en de naam waaronder de locatie bekend staat. Op de vondsten kan eigenlijk niet diep ingegaan worden; dat zijn er gewoonweg te veel. De omvang van het boek stond ook niet toe om al die opgravingen en vondsten tot in kleinste details te behandelen; dan was het een bijbel geworden. Nu is het een leuk overzicht met net genoeg diepgang, dat uitnodigt tot verder lezen (er is uiteraard een lijstje van voornaamste boeken, hoewel niet uitgebreid). Ook de schrijfstijl is vlot en niet zwaar-wetenschappelijk; grove missers zijn niet te vinden. Een enkele keer wordt er een naam genoemd die buitenstaanders net even te weinig zal zeggen, maar wie dat hindert, kan tegenwoordig via internet snel meer vinden.

Bij veel nog bestaande monumenten, vooral kerken en kastelen, zijn al ooit opgravingen verricht en ook daar wordt het nodige over geschreven, al blijft het beperkt en zijn de mooie foto’s van de huidige monumenten eigenlijk een beetje misplaatst, maar dat wordt gaarne vergeven. Oude foto’s van opgravingen aan het begin van de vorige eeuw en zelfs de naoorlogse jaren zijn niet dik gezaaid en voor een leek vaak weinigzeggend. Dat wordt gecompenseerd door goede plattegronden en enkele aardige kaderteksten.

Dit boek is dus een handzaam totaaloverzicht van de archeologie in deze streek, zoals de titel belooft. Voor de dikke turven over specialistische zaken zal men dan ook elders moeten zoeken, maar dat is voer voor fijnproevers. Maar zelfs de kritische lezers zullen dit boek met tevredenheid lezen.

Vooral Bollenstrekers zullen geen spijt krijgen van hun aanschaf van Het verleden van de velden.