Open vensters op de Hoeksche Waard

Door Laura van Hasselt, docent publieksgeschiedenis aan de UvA

Een historische canon kan een effectief middel zijn om grip te krijgen op de onoverzichtelijke brei die het verleden is. Het genre is de afgelopen vijftien jaar zeer populair geworden in ons land. Sinds de introductie van de Canon van Nederland in 2006 regent het lokale en regionale varianten. Blijkbaar is de behoefte aan een behapbaar overzicht van hoogte- en dieptepunten uit de eigen geschiedenis groot. Toch is het geen onomstreden genre. Elke canon is immers een soort machtsgreep ten aanzien van de geschiedenis. Wie is er bevoegd om te bepalen welke historische gebeurtenissen en personen iedereen zou moeten kennen? Belangrijker: wie mag bepalen welke mensen en verhalen niet tot de canon behoren? Op grond waarvan? Doen we met zo’n beknopt overzicht de rijkdom en complexiteit van de geschiedenis niet per definitie tekort?

Bij elke historische canon zijn er vanzelfsprekend talloze ontbrekende vensters, waarover historici, liefhebbers en activisten zich niet zelden stevig opwinden. Soms doen ze dat met succes. Zo werd de nationale geschiedeniscanon in 2020 gedeeltelijk herzien. Mede dankzij allerlei lobbygroepen kwam er vooral meer aandacht voor koloniale geschiedenis en voor historische vrouwen, ten koste van oude (manlijke) bekenden als Floris V, Karel V en Willem Drees.

De Canon van de Hoeksche Waard, die eind 2021 door Museum Hoeksche Waard werd uitgebracht, is een geslaagde, maar ook uitzonderlijke variant op het thema. Maar liefst zesentwintig auteurs schreven samen de vijftig vensters. Allemaal hebben ze hun sporen verdiend in de lokale of regionale geschiedschrijving, maar slechts een minderheid werkt professioneel als historicus. De redactie werd gevoerd door Willy Spaan en Rein van der Waal, die ook enkele vensters schreven en beiden betrokken zijn bij Museum Hoeksche Waard in Heinenoord.

De vijftig canonvensters zijn opvallend ruim gekozen. Slechts enkele vensters zijn gewijd aan één persoon, zoals Suze Groeneweg (door Willy Spaan). Het beroemde eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer (in 1918) blijkt afkomstig te zijn uit Strijensas. Maar de meeste vensters hebben bredere thema’s, met titels als ‘Politiek en bestuur in een nieuw land’ (Arjan Nobel), ‘Ontwikkelingen in de land- en tuinbouw’ (Jan Zevenbergen) of ‘Epidemische ziekten bij mens en dier’ (Rein van der Waal).

Deze ruime opzet gaat enigszins ten koste van de aantrekkingskracht van de klassieke canon, namelijk de suggestie dat de kern van de geschiedenis in een overzichtelijk aantal namen en jaartallen is te vangen. Maar daarin schuilt juist ook de kracht van dit lijvige, prachtig geïllustreerde boek. De vensters zijn stuk voor stuk grondig onderzochte, genuanceerde geschiedverhalen, die vanuit zeer verschillende invalshoeken zijn geschreven. Samen geven ze een rijk beeld van de geschiedenis van de Hoeksche Waard, van de oudste sporen van bewoning (2500 v.Chr.) tot de vorming van de gemeente Hoeksche Waard in 2019. Dit is geen boekje om even snel door te bladeren, maar een stevige historische studie om rustig voor te gaan zitten.

Mooi is onder meer het venster van Simon M. Brand over het Verzet in de Tweede Wereldoorlog (nr. 37), waarin de auteur onder andere een spannende overval op een distributiebureau in Oud-Beijerland beschrijft, maar ook stilstaat bij de onbedoelde tragische gevolgen van verzetsdaden. Ook het venster van Conno Bochoven over Buitenlandse nieuwkomers (nr. 46) is vernieuwend, in die zin dat hij daarin onder meer aandacht besteedt aan de geschiedenis van asielzoekers. Hij probeert daarbij de protesten tegen de komst van een nieuw asielzoekerscentrum niet weg te poetsen. Deze canon is bepaald geen eenzijdig juichverhaal, terwijl de liefde voor de eigen streek er toch vanaf spat. Redactie en auteurs hebben een knappe balans weten te vinden.

Des te opvallender is het, dat het koloniale verleden er wel erg bekaaid vanaf komt. Het woord slavernij valt zelfs geen enkele maal. Heeft geen van de invloedrijke (vroeg-)moderne inwoners van de Hoeksche Waard daarmee zijn of haar kapitaal verdiend? Dat zou pas echt uitzonderlijk zijn. Gelukkig is geen enkele canon in beton gegoten, zoals onder meer de herziening van de nationale canon heeft laten zien. De Canon van de Hoeksche Waard heeft nu al zijn tweede druk bereikt. Misschien past er in de derde druk nog een venster bij?

Willy Spaan en Rein van der Waal ed., De Canon van de Hoeksche Waard. 50 vensters op de eilandgeschiedenis (Museum Hoeksche Waard; Heinenoord 2021) 376 blz., ill., ISBN 9789082417630. Prijs: € 34,50.