Leiderdorp tijdens de 80-jarige oorlog

Arjan Nobel, Universiteit van Amsterdam

Lokaal-historische publicaties blijven regelmatig onopgemerkt. Bijvoorbeeld omdat ze worden uitgegeven door een kleine uitgeverij of een plaatselijke historische vereniging. Dat is jammer, want juist daar verschijnen soms interessante uitgaven die een schat aan onbekend materiaal ontsluiten. Leiderdorp tijdens de 80-jarige oorlog, door de auteurs zelf gekarakteriseerd als ‘een dorpsbiografie’ (p. 11), is zo’n boek. Het biedt geen afgerond verhaal, maar een serie schetsen over een dorpssamenleving in de late 16de en vroege 17de eeuw.

Het boek vindt zijn oorsprong in een cursus ‘Oud Schrift’ van de Volksuniversiteit Leiderdorp, gegeven door emeritus-hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Dick E.H. de Boer. Enkele deelnemers waren zo enthousiast dat ze besloten hun archiefvondsten aan het papier toe te vertrouwen. Inspiratiebron daarbij was de inmiddels klassieke studie over het dorp Graft van A.Th. van Deursen. Het resultaat is een boek met negen hoofdstukken over evenzoveel onderwerpen, die een venster bieden op het bestuurlijke, economische, religieuze, culturele en sociale leven van Leiderdorp tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

Dick de Boer nam zelf vijf hoofdstukken voor zijn rekening, over de verwoestingen in en rond het dorp en de wederopbouw van de kerk na het Beleg van Leiden (1574), het onderwijs, het culturele leven en de impact van de grote politieke gebeurtenissen. Willem Hovestreydt beschrijft in detail de lotgevallen van huis Ter Does en zijn bewoners, onder wie Pieter van der Does (1562-1599), die in 1588 werd benoemd tot vice-admiraal van Holland. De steen- en kalkindustrie staat centraal in een bijdrage van Hans Endhoven, terwijl Edward Sodderland de activiteiten in de talloze herbergen onder de loep neemt. Een breed opgezette schets van Leiderdorp rond 1620, van de hand van Emil Broesterhuizen, completeert het geheel.

Leiderdorp was geen Graft, zoveel is zeker. Het was beduidend kleiner: in 1622 woonden er 945 mensen, terwijl Graft in dat jaar 3161 inwoners telde. Bestuurlijk viel de ambachtsheerlijkheid Leiderdorp onder de stad Leiden, terwijl de banne Graft ressorteerde onder de Staten van Holland. Ook in economisch opzicht waren er verschillen. De Leiderdorpers vonden hun emplooi in de agrarische sector – de veeteelt, tuinbouw en fruitteelt – en de verschillende industrieën zoals de textielnijverheid, de steenfabrieken en kalkbranderijen, terwijl de Grafters veel meer waren gericht op het water, de zeevaart en de visserij. De inwoners van beide dorpen maakten een oorlog mee, maar zeker niet in gelijke mate. Mannen uit Graft werden tijdens het Beleg van Alkmaar (1573) opgeroepen om schansen te graven en vrouwen verpleegden de gewonde soldaten. Maar zo dichtbij als in Leiderdorp kwam het oorlogsgeweld nooit. Na het Beleg van Leiden lagen hier talloze gebouwen in puin en stonden landerijen onder water.

Ondanks de verschillen, zijn de overeenkomsten tussen Leiderdorp en Graft treffend. In beide dorpen was bijvoorbeeld 10% van de volwassen mannen gelijktijdig betrokken bij het openbaar bestuur. En wat te denken van de voorname rol van vrouwen? In tal van herbergen zwaaiden zij de scepter en een groot aantal winkeltjes werd door hen gerund. Wat ook in het oog springt, is de bloeiende lokale cultuur. Het kleine Leiderdorp kende zelfs een eigen rederijkerskamer, terwijl ook op het Schermereiland liederen werden gemaakt. Wellicht niet allemaal van een even hoog niveau, maar de plattelandscultuur beperkte zich zeker niet tot het huishoudboekje en de bedrijfsboekhouding.

Vergelijkingen als deze, met Graft en andere dorpen, hebben in Leiderdorp tijdens de 80-jarige oorlog vrijwel geen plaats gekregen. Het boek is toch vooral een, soms uitermate gedetailleerde, beschrijving van enkele aspecten van een dorpssamenleving op de drempel van de nieuwe tijd. Dat is jammer, want door het trekken van bredere lijnen had het boek meer algemene geldigheid gekregen. Maar, eerlijk is eerlijk, daar was het de auteurs ook niet om te doen. Het boek is, in hun eigen woorden, slechts ‘een verzameling schetsen’ (p. 11) en ‘een eerste aanzet om het leven van de Leiderdorpers aan het eind van de 16de en het begin van de 17de eeuw te doorgronden’ (p. 406). Natuurlijk valt er altijd wel iets aan te merken – een goede bureauredacteur had foutjes en herhalingen er zeker uitgehaald – maar eerlijk gezegd doen schrijvers zich met deze uitspraken toch tekort. Het uitbrengen van een dergelijke studie door een groep liefhebbers is een prestatie van formaat. Sterker, als het gaat om de afbeeldingen hebben ze Van Deursen zeker overtroffen. Het boek bevat een groot aantal schilderijen, kaarten en foto’s die niet alleen dienen als verluchtiging van de tekst, maar ook regelmatig uitvoerig worden geanalyseerd. Helemaal aan het einde doen de auteurs de uitnodiging om de ‘paradijselijke rijstebrijberg aan bronnen’ (p. 406) voor het vroegmoderne platteland verder te ontsluiten. Die oproep kan niet genoeg worden herhaald. Onderzoek in dorpsarchieven vereist veel geduld en doorzettingsvermogen. Maar deze bronnen bevatten vaak een schat aan prachtige gegevens. Leiderdorp tijdens de 80-jarige oorlog is daarvan een uitstekend bewijs.

Dick E.H. de Boer e.a., Leiderdorp tijdens de 80-jarige oorlog. Schetsen van een dorpssamenleving, Leiden: Uitgeverij Ginkgo, 2019, 432 pp., ISBN 978 90 71256 74 5, prijs €29,95.